Componist

Elisabeth Kuyper

foto: RSI Culturafoto: RSI Cultura
  1. Componistenchevron right
  2. Elisabeth Kuyper

Wie was componist Elisabeth Kuyper?

In 1877 werd in de Jordaan in Amsterdam een meisje geboren dat uitgroeide tot een internationaal befaamde componist. Ze werd als eerste vrouw toegelaten tot de studie compositie aan de Hochschule für Musik in Berlijn, waar zij later ook werd aangesteld als eerste vrouwelijke compositiedocent.

Snelle weetjes

  • Volledige naam: Elisabeth (Lize) Lamina Johanna Kuyper
  • Geboren: 13 september 1877, Amsterdam
  • Gestorven: 26 februari 1953, Viganello (Zwitserland)
  • Bekendste stukken: Sonate voor viool en piano in A-groot, Serenade voor orkest en Festkantate
  • Interessant: in Zwitserland kreeg ze de bijnaam La piccola Olandese (de kleine Hollandse).
Quote

Van kindsaf koesterde ik een vurige liefde voor kunst en voor muziek in het bijzonder. Dichters, schrijvers, schilders en componisten waren mijn helden. Omdat mijn liefde voor kunst zo groot was, stelde ik me al vanaf mijn zesde geheel in op muziek. Toen ik zeven jaar was verklaarde mijn eerste leraar dat hij me niets meer kon leren. Zoals een priester voor het geloof, zo was ik voorbestemd dienaar van de kunst te worden.

Elisabeth Kuyper in haar memoires

Deze woorden pende Kuyper in 1928 neer in haar autobiografie Mein Lebensweg. Ze had toen nog 25 jaar voor de boeg, maar kon al terugblikken op een leven waarin ze inderdaad al aardig wat offers had gebracht voor de muziek. Tot haar overlijden in 1953 bleef ze zich inzetten om haar werk uitgevoerd en uitgegeven te krijgen en de positie van vrouwen in de muziekwereld te verbeteren. Aanvankelijk oogstte ze veel succes, maar tegen het einde van haar leven werd ze grotendeels vergeten en nog altijd wordt haar muziek zelden uitgevoerd.

Hoe de Jordanese Elisabeth Kuyper componist werd

Elisabeth Kuyper, roepnaam Lize, werd op 13 september 1877 geboren als oudste van drie kinderen. Haar ouders dreven een manufacturenzaak in de Jordaan. Haar jongere zusje stierf al toen ze nog maar drie jaar oud was en Lize groeide op met alleen een broer. Toen haar moeder ziek werd, sloot de winkel zijn deuren en nam vader een baan als belastingambtenaar bij de Gemeente Amsterdam.

Er stond thuis een Pleyel-piano, waarop Kuyper al zeer jong blijk gaf van haar bijzondere muzikale begaafdheid. Toen ze twaalf jaar was, ging ze naar de muziekschool van de Maatschappij ter Bevordering de Toonkunst, voorloper van het Conservatorium van Amsterdam.

Ze volgde er de vakken piano, zang, solfège, contrapunt, compositie en theorie. Na vijf jaar bekroonde Kuyper haar opleiding met diploma’s voor piano én piano-onderwijs. Bij haar afstuderen speelde ze naast stukken uit het klassieke repertoire ook enkele eigen werken, die helaas verloren zijn gegaan. In deze periode zou ook een korte opera van haar zijn uitgevoerd, Een Vrolijke Episode uit het Nederlandsche Volksleven, die evenmin bewaard is gebleven.

De goede band met componist Max Bruch

In 1896 besloot ze haar studie voort te zetten in Duitsland, destijds het Mekka voor ambitieuze jonge musici. In 1896 deed ze toelatingsexamen voor de Königliche Hochschule für Musik und Darstellende Kunst in Berlijn, die geleid werd door de beroemde violist Joseph Joachim. Als eerste vrouw werd ze toegelaten, maar het algehele klimaat viel haar tegen. "Al snel werd ik teleurgesteld", schreef ze in haar memoires.

Enthousiaster was ze over Max Bruch (1838-1920), die compositie doceerde aan de Akademie der Künste in Berlijn. "Hij gaf gratis les aan studenten die hij begaafd vond, maar liet er per jaar slechts zes toe tot zijn klas", schreef ze hierover. Hoewel enkel mannen geschikt werden bevonden, stapte ze in 1901 op Bruch af om hem haar werk voor te leggen. "Hij was een aardige en fijngevoelige man die meteen vertrouwen wekte. […] Al na een paar dagen kwam het bericht dat ik uitverkoren was tot meesterstudent van Max Bruch." Ook ditmaal was Kuyper de pionier, want "voor het eerst opende de Akademie haar poorten voor vrouwen."

De ontmoeting met Bruch was een gelukstreffer. Niet alleen was hij een inspirerende compositiedocent, maar ook zou hij veel van haar orkestwerken in première brengen. Hij hielp haar daarnaast met praktische zaken. Zo verwierf ze dankzij hem verschillende studiebeurzen en werd ze in 1908 aangesteld als docent compositie aan de Hochschule für Musik – wederom als eerste vrouw. Hij regelde bovendien dat ze het Pruisisch staatsburgerdom kreeg, noodzakelijk voor een vaste aanstelling.

Quote

Max Bruch vocht als een leeuw voor mij en tegen de vooroordelen die de wereld koesterde jegens creatieve vrouwen.

Elisabeth Kuyper

foto: Publiek domein

De successen van Elisabeth Kuyper

Kuyper was in deze periode zeer productief en haar composities werden al snel op grote concertpodia uitgevoerd, ook in Nederland. In 1902 bracht ze samen met de violist Marie Hekker haar Sonate voor viool en piano in A-groot in première tijdens een muziekfeest van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst in Nijmegen. Verschillende recensenten prezen haar talent, dat echter volgens sommigen nog wat moest rijpen. Componist Daniël de Lange was ronduit enthousiast. Hij noemde haar behandeling van het muzikale materiaal "meesterlijk" en bestempelde het tot een aanwinst voor de vioolliteratuur.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Ook haar Serenade voor orkest werd goed ontvangen. Max Bruch dirigeerde de première in februari 1905, een half jaar later werd deze uitgevoerd in het Kurhaus in Scheveningen. "Een knap geschreven werk", oordeelde de recensent van Het Vaderland. De Serenade nam een hoge vlucht wanneer zij in 1913 werd opgenomen in de gezaghebbende Führer durch den Konzertsaal en in één klap belandde tussen de grote repertoirestukken. Nog datzelfde jaar dirigeerde Willem Mengelberg het stuk bij Het Concertgebouw Orkest.

In 1905 kreeg Kuyper de Felix Mendelssohn Prijs voor talentvolle jonge componisten, een stipendium van 1500 Duitse Mark. De jury had unaniem voor haar gekozen; weer was zij de eerste vrouw ooit. Twee jaar later schreef ze haar Vioolconcert opus 10, dat uitgroeide tot haar bekendste en meest gespeelde compositie. Bruch dirigeerde weer de première, die wederom positief werd ontvangen. Het tijdschrift Die Musik looft "de edele melodiek van de cantilenen, de fraaie orkestratie en de violistische kwaliteit". Het Vioolconcert werd door verschillende orkesten met groot succes uitgevoerd.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

In 1908 kreeg Kuyper dankzij Bruch een baan als lerares theorie en compositie aan de Berlijnse Hochschule für Musik. En ja, ook dit keer was zij de eerste vrouw. Ze werd bovendien correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, waarvoor ze bericht over het Duitse muziekleven.

Elisabeth Kuyper als voorvechter voor vrouwenrechten

Kuyper was ook actief in de vrouwenbeweging. Ze trad toe tot de Duitse Lyceum-Club, een vereniging van dames uit de hogere kringen die culturele activiteiten organiseerde en politiek-sociaal geëngageerd was. Met enkelen van hen richtte ze een koor op dat ze met succes dirigeerde tijdens een kunstmanifestatie. Hierop besloot ze ook een professioneel koor op te richten en in 1909 werd Kuyper dirigent van de Sängerinnen-Vereinigung des Deutschen Lyceum Clubs. Op het programma stond naast het standaardrepertoire ook Kuypers eigen bewerkingen van Duitse en Nederlandse volksmuziek.

De concerten waren een groot succes en een jaar later richtte ze een eigen orkest op, het Berliner Tonkünstlerinnen Orchester. Dit voorzag in een sterke behoefte omdat er in de grote symfonieorkesten nog geen plaats was voor vrouwelijke musici. De naam ten spijt werden de blazersplaatsen grotendeels bezet door mannen. Kuyper trad veelvuldig op met haar ensemble en maakte grote indruk met haar eigen Festkantate tijdens de tentoonstelling Die Frau in Haus und Beruf in 1912. Helaas is van dit werk (nog) geen opname beschikbaar.

Naast reguliere concerten speelde Kuyper met haar Berliner Tonkünstlerinnen Orchester geregeld voor een minder kapitaalkrachtig publiek – hier schemerde haar achtergrond door in een Amsterdamse volkswijk. Ondanks de vele succesvolle optredens en een comité van aanbeveling met prominente leden als de componisten Max Bruch en Engelbert Humperdinck en musicologen als Max Friedländer, werd het orkest al na amper twee seizoenen opgeheven wegens een gebrek aan fondsen. Het was een denigrerende werkelijkheid, die Kuyper hierna nog diverse malen zou ervaren.

foto: Publiek domein

De tegenslagen van Elisabeth Kuyper

Aan de Hochschule in Berlijn zat het haar ondertussen niet mee. Anders dan haar mannelijke collega’s kreeg ze pas na vier jaar een vaste aanstelling, ontving ze geen pensioenrechten en kon ze elk half jaar ontslagen worden. Ze leed onder de spanningen en ook haar gezondheid liet het afweten. In 1918 onderging ze een operatie waarvan ze maar langzaam herstelde en begin 1919 nam ze ziekteverlof, om in Nederland op adem te komen. Daar overleed al snel haar moeder, waarop ze besloot langer in het land te blijven. Bij terugkeer in Berlijn bleek een nieuwe directeur haar contract te hebben ontbonden ten faveure van een bevriende componist. Dat was enerzijds een klap, maar anderzijds ook een zegen, want het lesgeven viel haar zwaar en in haar tien jaar aan de Hochschule was ze nauwelijks aan componeren toegekomen. In haar memoires omschreef ze het docentschap als "een martelaarsbaan voor een scheppend kunstenaar", omdat de creatieve energie onvermijdelijk "ten prooi valt aan het lesgeven. Mijn hart en ziel lagen bij de levende kunst, vooral bij het orkest."

Vol goede moed maakte ze nieuwe plannen. Ze componeerde haar Eerste symfonie en een Tweede vioolsonate (beide vermist). Samen met de dichter Frederik van Eeden plande ze twee toneelprojecten waarvoor hij de tekst en zij de muziek schreef, Beati pacifici en De Broederveete. Na een vliegende start bekoelde de relatie en uiteindelijk liep het project op niets uit. Wel bleef het manuscript bewaard van Euxodia’s zang voor orgel/piano en sopraan, op een tekst van Van Eeden.

In 1922 richtte Kuyper in Den Haag een vrouwenorkest- en koor op, voor een conferentie van de Internationale Vrouwenraad, waar opnieuw haar Festkantate werd uitgevoerd. Lady Aberdeen, feminist en voorzitter van de Internationale Vrouwenraad, nodigde haar uit naar Engeland te komen om daar een vrouwenorkest te stichten. Eind 1923 dirigeerde Kuyper voor het eerst haar London Women’s Symphony Orchestra. Ze kreeg jubelrecensies. De Britse pers noemde haar "een briljant, oprecht en onbevreesd musicus" en haar dirigeerstijl "fascinerend, wetenschappelijk en ervaren."

Maar de geschiedenis herhaalde zich: ondanks het succes bleek het onmogelijk voldoende fondsen te werven, waarop Lady Aberdeen haar adviseerde het in New York te proberen. De daadkrachtige Kuyper reisde meteen af naar Amerika en richtte in 1924 het American Women’s Symphony Orchestra op. Ondanks opnieuw succesvolle concertreeksen, bleek het ook in ‘nieuwe wereld’ onmogelijk voldoende fondsen te werven voor een vrouwenorkest.

Quote

Voor de vierde keer liep mijn project stuk op de financiering. Door de voortdurende tegenslag kreeg ik een tweede zenuwinzinking. Als ik niet het lot van veel gevoelige kunstenaars wilde delen, zat er maar één ding op: terug naar Europa!

Elisabeth Kuypers

Elisabeth Kuyper als La piccola Olandese di Muzzano

Ontmoedigd keerde ze terug naar Europa, waar ze afwisselend in Duitsland en Zwitserland woonde. Ze maakt uitstapjes naar lichtere muziek als Dreams on the Hudson Waltz en Serenata Ticinese en schreef in 1928 haar memoires. Ze vervulde enkele gastdirecties bij de KRO en de Zwitserse radio en vestigde zich in 1939 definitief in Ticino, in het plaatsje Muzzano niet ver van Lugano. Ze kreeg geen werkvergunning, leed aan suikerziekte en was onder behandeling van een zenuwarts. Hoe ze in haar levensonderhoud voorzag in deze periode is niet duidelijk. Ze kreeg geen pensioen van de Hochschule, haar muziek werd steeds minder uitgevoerd en het lukte haar evenmin deze onder te brengen bij een uitgever.

Ze zou deel hebben uitgemaakt van Monte Verità, een kunstenaarsgemeenschap in het veertig kilometer noordwestelijker gelegen plaatsje Ascona. Hier zou men haar ‘La piccola Olandese di Muzzano’ (de kleine Hollandse uit Muzzano) hebben genoemd. Monte Verità was in de eerste decennia van de twintigste eeuw inderdaad een toevluchtsoord voor non-conformisten. Vegetariërs, theosofen, anarchisten en nudisten, maar ook creatievelingen als Isidora Duncan, Hermann Hesse, Paul Klee en Carl Jung troffen elkaar in een informele sfeer. In 1926 bouwde een van hen er een hotel, dat onconventionele gasten trok, de inwoners van Ascona noemden hen ‘balabiott’ (naaktdansers), maar pas in de jaren vijftig werd er een cultureel centrum gevestigd.

Hoe het ook zij, Elisabeth Kuyper had het zwaar in het laatste decennium van haar leven. Succes bleef uit, haar muziek werd als ouderwets beschouwd en vanwege geldgebrek liep ze een stevige huurschuld op. Op een ochtend trof de zoon van de huisbaas haar bewusteloos aan in haar woning. Door een defecte petroleumkachel had ze een roetvergiftiging opgelopen. Ze werd ijlings naar het nabijgelegen ziekenhuis in Viganello gebracht, waar ze haar niet meer konden redden. Ze was 75 jaar oud.

Veel van haar werk is helaas verloren gegaan, maar een deel van haar persoonlijke documenten en manuscripten is bewaard gebleven. Er zijn plannen haar nalatenschap te ordenen en onder te brengen bij het Nationaal Muziek Instituut.

Podcast Nooit van gehoord?! besteedt aflevering aan Elisabeth Kuypers

Andrea van Pol en Rae Milford, makers van de podcast Nooit van gehoord?!, vinden dat het tijd wordt dat Elisabeth Kuypers uit de vergetelheid wordt gehaald. Ze streed voor vrouwenrechten in de muziekwereld en dat is niet voor niets geweest!

Beluister de aflevering - Nooit van gehoord?!

Beluister de volledige podcast

Nooit van gehoord?!

Nooit van gehoord?!

Amsterdam 25 december 2021

Auteur: Thea Derks

Bron: voor dit artikel is dankbaar gebruik gemaakt van het artikel over Elisabeth Kuyper van Willem Jeths en Philomeen Lelieveldt in het boek ‘Zes vrouwelijke componisten’ (Walburg Pers, 1991.)

Ster advertentie
Ster advertentie