Wat is het verhaal achter Fauré's Requiem?
- Klassiek
- Wat is het verhaal achter Fauré's Requiem?
"Een heel menselijk gevoel van hoop in eeuwige rust." Zo omschreef de Franse componist Gabriel Fauré (1845-1924) zijn Requiem. Waar de meeste requiems verdoemenis en rouw verklanken, heeft Fauré juist een requiem vol hoop gecomponeerd. Maar dat ging niet vanzelf: het was een proces dat wel 23 jaar zou duren.
Lees ook
Componist - Gabriel Fauré
Beluister het Requiem van Fauré
Requiem, op.48 - compleet
Gabriel Fauré
Uitvoerenden: Radio Filharmonisch Orkest, Shenyang (bariton), Fatma Said (sopraan), Long Yu (Dirigent), Groot Omroepkoor
Het einde van Fauré's leven was nog lang niet in zicht toen hij zijn Requiem begon te componeren. Nog maar net 40 jaar was hij, en vol originele ideeën: hij wilde namelijk een heel ander requiem schrijven dan gebruikelijk was. De dramatische en bombastische requiems van Hector Berlioz en Guiseppe Verdi verafschuwde hij, en de treurige muziek van de requiemmis kende hij inmiddels ook al door en door - als organist had hij talloze rouwdiensten begeleid.
Lees ook
Wat is een requiem?
Maar bovenal had Fauré een heel andere visie op de dood dan in deze requiems te horen was. "Een gelukkige bevrijding, een streven naar geluk hierboven in plaats van een pijnlijke ervaring," zo beschouwde Fauré het sterven. En dat uitte hij in de hoopvolle en ingetogen klanken van zijn Requiem: "Mijn Requiem is zachtmoedig van temperament, zoals ikzelf," zei hij erover. "Het drukt niet de angst voor de dood uit. Iemand noemde het zelfs een wiegelied van de dood."
Er is gespeculeerd dat de aanleiding voor Fauré om het Requiem te componeren te maken had met de dood van zijn vader in 1885 en van zijn moeder in 1887. Hoewel Fauré in de dagen na het overlijden van zijn moeder zowel het Agnus Dei als het Sanctus en het In Paradisum voltooide, heeft hij zelf nooit een verband gelegd tussen deze verdrietige gebeurtenissen en zijn Requiem. “Ik heb het nergens voor gecomponeerd," zo zei hij, "gewoon voor het plezier!”
Fauré's Requiem en kerkmuziek
Hoewel Fauré zichzelf niet als een gelovige beschouwde, vormde kerkmuziek toch een groot onderdeel van zijn leven. Als organist in verschillende kerken in en rond Parijs voorzag hij de kerkdiensten bijna zijn hele leven lang van muziek. Daarnaast studeerde hij als jongen elf jaar lang aan de École Niedermeyer, waar hij bij zijn opleiding tot koormeester werd onderwezen in allerlei aspecten van kerkmuziek.
Fauré's kijk op religieuze muziek werd sterk beïnvloed door de oprichter van de school, Louis Niedermeyer (1802-1861). Hij had de muziek van de Italiaanse Renaissance-componist Giovanni Pierluigi da Palestrina (1525-1594) herontdekt en prefereerde de oorspronkelijke Gregoriaanse zettingen van de katholieke mis. De ingetogenheid van deze oude, kerkelijke muziek hoor je ook in het Requiem van Fauré.
Het lange componeerproces van het Requiem
Fauré's eerste stap in het lange componeerproces van het Requiem was meteen kenmerkend. Van alle delen die in een requiem kunnen voorkomen, koos hij in 1877 om muziek te componeren voor het Libera Me (Bevrijd mij van de dood). De tekst van dit deel sluit perfect aan bij Fauré's beschrijving van de dood als een "gelukkige bevrijding" en het vinden van eeuwige rust.
I. Introitus et Kyrie
II. Offertorium
III. Sanctus
IV. Pie Jesu
V. Agnus Dei
VI. Libera Me
VII. In Paradisum
In eerste instantie schreef Fauré het Libera Me als een opzichzelfstaand muziekstuk. Ook toen hij tien jaar later de eerste versie van zijn Requiem componeerde - die hij 'Un petit requiem' noemde - nam hij daar het Libera Me niet in op. Wel componeerde Fauré een Introitus et Kyrie, Sanctus, Pie Jesu, Agnus Dei en In Paradisum voor deze versie, die hij in 1888 dirigeerde op de begrafenis van architect Joseph Lesoufaché. Fauré schreef het voor koor en een intieme bezetting van harp, orgel, strijkers en pauken. Weer tien jaar later voegde hij het Libera Me wel toe aan zijn Requiem en componeerde hij het Offertorium.
Fauré heeft bewust geen Dies Irae in zijn Requiem opgenomen - een donderend deel over de Dag des Oordeels paste niet in zijn visie op de dood. En hij zette het In Paradisum bewust aan het slot van zijn Requiem, als verklanking van de hoop op het eeuwige leven na de dood.
Lees ook: wie was Gabriel Fauré?
Componist - Gabriel Fauré
Hoewel Fauré dit aantal delen niet meer zou uitbreiden, voegde hij nog wel fagotten, hoorns en trompetten toe. De bezetting bleef kleinschalig. Eind negentiende eeuw werd er echter een versie gepubliceerd voor koor en compleet orkest, omdat dit het Requiem geschikter zou maken voor uitvoeringen in de concertzaal. Van deze versie is alleen niet zeker of het door Fauré of van een van zijn leerlingen is geschreven.
Hoewel deze grote versie in de twintigste eeuw het meest werd uitgevoerd, is de intieme versie uit 1893 ook nog steeds in omloop, gereconstrueerd door Fauré-specialist Jean-Michel Nectoux. Met zowel Fauré's verfijnde componeerstijl als intenties in gedachten - het componeren van een Requiem vol hoop en verlichting - zou je kunnen zeggen deze versie het dichtst in de buurt komt van wat Fauré met zijn Requiem heeft bedoeld. Zoals Émile Vuillermoz, die compositieles van Fauré had, ooit over het engelachtige stuk zei: het is "een blik naar de hemel en niet naar de hel".
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Het Groot Omroepkoor en het Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. James Gaffigan voeren het Requiem van Fauré uit, met Laurence Guillod en Thomas Tatzl als solisten.
Het Requiem van Fauré staat al jaren in de top 10 van de Klassieke Top 400. In 2021 stond het werk op nr.4.