Steven Osborne: 'Een recital is persoonlijk'
- Klassiek
- Steven Osborne: 'Een recital is persoonlijk'
Pianist Steven Osborne speelt niet vaak in Nederland, maar áls hij er is, levert dat zonder uitzondering verfijnde uitvoeringen op. Het Avondconcert sprak hem voorafgaand aan een recital in Arnhemse concertzaal Musis. “Schubert brengt de emoties spontaan, terwijl Beethoven ze juist structureert.”
Steven Osborne zit in te spelen op de Steinway op het podium in de Muzenzaal. Flarden uit Schuberts Moments musicaux vliegen voorbij, met soms een herhaling als een loopje nog niet naar smaak klinkt. Om hem heen bouwen technici opnameapparatuur en verlichting op. Het lijkt hem niet te storen, maar na een laatste fragment onderbreekt hij het warmspelen. Eerst het Avondconcert maar even te woord staan.
Video niet beschikbaar
Wat maakt het recital als genre zo interessant?
Je kunt een heel verhaal vertellen door verschillende stukken met elkaar te combineren. Op een instinctieve manier zoek je naar een programma dat werkt, door werken met elkaar te contrasteren, of juist door de gecreëerde sfeer voort te zetten in een volgend stuk. Uiteindelijk voelt het als een complete maaltijd.
Het is moeilijk om uit te leggen waarom een programma werkt. Het zit hem er zeker ook in hoe je de werken uitvoert. Wat voor de ene pianist werkt, kan voor een andere juist niet werken. Het is een heel persoonlijke manier van muziekmaken.
Ik krijg maar weinig mee van het publiek, als ik eerlijk ben. Ik speel altijd met oordoppen in.
Hoe voel je dat jouw ideeën ook overkomen bij het publiek?
Dat blijft altijd de vraag, ik weet het nooit zeker. Ik kan alleen uitgaan van wat ik merk als ik zit te spelen. Als het publiek erg stil is, ga ik ervanuit dat ze geconcentreerd zitten te luisteren. Alleen krijg ik maar weinig mee van het publiek, als ik eerlijk ben. Ik speel altijd met oordoppen in.
Oordoppen?
Ja, al jaren. Ik kreeg last van tinnitus door altijd zo dicht bij een vleugel te zitten. Om dat niet te verergeren speel ik sindsdien met oordoppen. Het haalt net even de ergste geluidsdruk weg, terwijl het met niet hindert in mijn spel. Sterker nog: soms heb ik de neiging om erg zacht te spelen, maar op deze manier compenseer ik dat automatisch. En als bij-effect helpt het me ook in mijn concentratie.
Ben je wel eens verbaasd over hoe stukken kunnen samenwerken als je ze naast elkaar programmeert?
Dat is een interessante vraag. Over het algemeen heb ik instinctief wel het gevoel dat stukken bij elkaar passen. Ook als ik stukken kies die op het eerste gezicht wat verder van elkaar af staan, lijken die naar elkaar toe te groeien. Naarmate ik een programma vaker speel, ontdek ik een bepaald ritme dat alles dan toch samenbrengt.
Ik heb eigenlijk nooit gehad dat ik een recital speelde en dan dacht, dit werkte niet goed. Tenminste, als ik het over de samenstelling van het programma heb, haha!
In je recital van vanavond speel je muziek van Schubert en Beethoven. Hoe passen zij bij elkaar?
Het vreemde is dat de muziek van Schubert in het programma allemaal vrij conservatief van aard is, als je kijkt naar de structuur van de stukken. Tegelijkertijd zijn de emoties die hij wil uitdrukken op zijn tijd vrij chaotisch. Hij kan plotseling met een uitbarsting komen, dat vind ik erg effectief. Hij kan waarlijk spontaan zijn binnen de conventionele muzikale vormen die hij gebruikt.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Daartegenover staat Beethoven. Die is de emoties de baas en gaat die te lijf met nieuwe muzikale vormen, al helemaal in zijn 31e sonate die ik vanavond speel. Daar heeft hij een ongelofelijke structuur voor opgetuigd die na hem nooit meer is geëvenaard, zelfs niet door Beethoven zelf. Hoe hij aan het eind verschillende delen combineert, de fuga, het langzame deel in een andere toonaard, dan de fuga in een andere toonaard… En het is niet dat het puur om die structuur draait, want hij weet daarmee juist het emotionele drama te weerspiegelen. Is het niet ongelofelijk?
Voel je een verantwoordelijkheid om in 2024 nog steeds zulke muziek uit te voeren?
Ik zou het niet omschrijven als verantwoordelijkheid. Zoals met alle kunsten vind ik er iets in dat tot me spreekt. En ik voel heel duidelijk dat ik iets kan uitdrukken met de muziek van Schubert en Beethoven. Dat gevoel vormt de basis. Tegelijkertijd is dat gevoel ook meteen het belangrijkste, want als ik zelf die zeggingskracht niet kan voelen, hoe moet het publiek dat dan wel doen? Je kunt niet doen alsof iets grootse muziek is, als je je er niet werkelijk mee verbonden voelt. Uiteindelijk gaat het voor mij maar om één ding: muziek vinden waarvan ik het gevoel heb dat ik die wel móét spelen.