Hoe het Joodsch Symphonie Orkest tot stand kwam
- Klassiek
- Hoe het Joodsch Symphonie Orkest tot stand kwam
Op 16 november 1941 speelt het Joodsch Symphonie Orkest (JSO) zijn eerste concert in de Joodsche Schouwburg in Amsterdam. Nog geen elf maanden later is het laatste concert gegeven. Het orkest is uitgedund en de Joodsche Schouwburg wordt omgedoopt tot verzamelplek vanwaar joden worden gedeporteerd naar concentratie- en vernietigingskampen.
Nauwelijks verzet tegen ontslaan joodse musici
Vanaf 1941 verplichtte de Duitse bezetter alle kunstenaars en musici om zich in te schrijven in de Kultuurkamer. Dit lidmaatschap werd echter niet toegekend aan joodse makers. Zij werden zonder pardon op straat gezet. Ook mochten joden niet meer studeren aan het conservatorium.
De gedwongen ontslagen stuitten op relatief weinig verzet van de orkestdirecties, bestuurders en dirigenten. Zo werd de arisering van het muziekleven in Nederland redelijk snel voltooid. Orkesten speelden enkel nog door de nazi's goedgekeurde muziek en de joodse musici waren verdwenen uit de orkesten.
Deze muziek mocht niet meer gespeeld worden tijdens de oorlog
Wat werd er verstaan onder Entartete Musik?
De oprichting van het Joodsch Symphonie Orkest
In datzelfde jaar verenigden joodse musici zich in het JSO, het Joodsch Symphonie Orkest. Het orkest mocht enkel concerten geven in de Hollandsche Schouwburg, waar de Duitse bezetter in 1941 de naam Joodsche Schouwburg aan gaf. Er mocht alleen muziek van joodse componisten worden gespeeld en enkel joodse bezoekers waren welkom.
Het orkest bestond uit professionele musici die ontslagen waren uit gerenommeerde orkesten. Hierdoor waren de uitvoeringen van hoog niveau en genoot het JSO aanzien. De concerten werden soms bezocht door honderden bezoekers.
Het Joodsch Symphonie Orkest onder leiding van Albert van Raalte.
Het JSO werd geleid door dirigent Albert van Raalte. Hij was getrouwd met een niet-joodse vrouw en dat zou zijn redding worden tijdens de oorlog. Na de oorlog speelde hij een prominente rol in het formeren van het Radio Filharmonisch Orkest. Hij zorgde tevens voor een "liefdevolle terugkeer" van joodse musici in dit orkest. Over zijn ervaring bij het Joodsch Symphonie Orkest zei hij:
Enerzijds heb ik de vreselijkste herinneringen door de grote ellende die ik voor mijn ogen zag gebeuren. Toch zag ik ook vele schone momenten. Het saamhorigheidsgevoel zal mij altijd bijblijven.
Albert van Raalte in 1941
Opheffing van het Joodsch Symphonie Orkest
Het JSO heeft nog geen elf maanden bestaan en niet meer dan 25 concerten gegeven. Het duurde namelijk niet lang voordat zowel het publiek als het ledenaantal van het orkest slonk. Vanaf juli 1942 deed de Joodsche Schouwburg dienst als doorvoerplek: joden werden hier gevangengezet en moesten dagen of zelfs weken wachten op deportatie naar concentratie- en vernietigingskampen. Op het hoogtepunt werden meer dan duizend mensen tegelijkertijd vastgehouden, waardoor er geen ruimte meer was voor het orkest om te kunnen spelen. Sindsdien werden ook orkestleden op transport gesteld. De helft van de ruim zeventig orkestleden overleefde de oorlog niet. In totaal zijn 50.000 mensen vanuit de Joodsche Schouwburg weggevoerd naar het oosten.
Meteen toen ik binnenkwam wist ik dat er een ramp was gebeurd. Het toneel was ontdaan van zijn decors en andere attributen en zag eruit als door een inbreker leeggeroofd huis. De stoelen van de orkestbak en de zaal waren uit de vloer gerukt en langs de muren gezet.
Na de bevrijding keerden slechts enkele joodse musici terug naar Nederland. Zij konden soms hun oude posities in de professionele orkesten innemen. In 2020 plaatste Het Concertgebouw een gedenkteken voor zeventien Joodse orkestenleden die tijdens de oorlog werden ontslagen. Drie van hen hebben de Holocaust niet overleefd.
Het Concertgebouw was bepaald geen baken van verzet, absoluut niet. Een smet op onze geschiedenis en dat zullen we moeten blijven dragen. Ik hoop dat de plaquette een vorm van eerherstel is.