Anton Bruckner
- Componisten
- Anton Bruckner
Wie was Anton Bruckner?
Anton Bruckner was een Oostenrijkse componist uit de Romantiek. In zijn tijd stond hij vooral bekend als orgelvirtuoos. Nu behoren zijn monumentale symfonieën tot de belangrijkste in het genre.
Snelle weetjes
- Geboren: 4 september 1824, Ansfelden (Oostenrijk)
- Gestorven: 11 oktober 1896, Wenen (Oostenrijk)
- Bekendste stukken: Symfonie nr.4, “Romantische”, Locus iste, Symfonie nr.5, Te Deum, Symfonie nr.7
- Interessant: had de gewoonte om dwangmatig voorwerpen te tellen en hield van zwemmen en dansen
Het is het begin van de negentiende eeuw als een jongen ademloos naar een kerkkoor zit te luisteren. Niet alleen zingt zijn moeder in het koor en speelt zijn vader naast hem op het orgel; het is ook de muziek die hem betovert. De jongen heet Anton Bruckner, de naam die we nu kennen als componist van grootste symfonieën. Maar componist zijn, dat kwam pas laat in zijn leven.
Anton Bruckner: leraar of componist?
Naast muziek speelde onderwijs een grote rol in het gezin Bruckner. Anton senior was namelijk de schoolmeester van hun dorpje, Ansfelden. Daarnaast speelde hij viool in de kroeg om zijn gezin te kunnen onderhouden; hij en zijn vrouw kregen maar liefst elf kinderen, van wie er slechts vijf bleven leven. Bruckner ging ook viool spelen en werd al gauw door zijn ouders naar een neef gestuurd, de organist Johan Baptist Weiss. Daar maakte hij voor het eerste kennis met de muziek van grote componisten zoals Haydn.
Deze inspirerende tijd duurde helaas niet lang: toen Bruckner nog maar 12 was, moest hij terug naar huis omdat zijn vader ziek werd. Niet lang daarna overleed hij. Ondanks dat Bruckner de oudste zoon was en zijn moeder Therese er alleen voor kwam te staan, mocht hij van haar verder met zijn muzikale opleiding. Ze wist een plek voor hem te krijgen als koorknaapje in het klooster van Sankt Florian. Om dat te kunnen betalen, werkte ze als dienstmeid. Later, toen Bruckner op eigen benen stond, probeerde hij zijn moeder zo veel mogelijk financieel te ondersteunen.
In de spirituele omgeving van het klooster werd Bruckner niet alleen ondergedompeld in muziek; ook zijn katholieke geloof werd versterkt. Zo begon hij vocale religieuze stukken te componeren. Toch dacht Bruckner niet aan een carrière in de muziek. In plaats daarvan trad hij in de voetsporen van zijn vader en ging hij het onderwijs in. In het dorpje Windhaag werd hij assistent van de schoolmeester - maar hij speelde ook orgel in de kerk en verdiende bij met viool spelen.
Kortom: muziek bleef wedijveren met onderwijs. Toen hij 21 was, ging Bruckner terug naar het klooster van Sankt Florian om het jongenskoor te leiden. En het mooie orgel waar hij als jongen zo graag op had gespeeld, lonkte natuurlijk ook. Bruckner ontpopte zich tot niets minder dan een orgelvirtuoos en meesterimprovisator. Toen hij na tien jaar in de grotere plaats Linz een vaste positie als organist kon krijgen, was de keuze dan eindelijk gemaakt: hij ging voor de muziek.
Gerelateerde podcast
Ken je componisten
De ijverige student Bruckner
Je zou verwachten dat Bruckner nu dan echt aan de weg ging timmeren als componist – maar dat zat er nog niet in. Uitgevers hadden geen interesse in zijn muziek. Daarnaast was Bruckner heel onzeker over zijn stukken, iets waar hij zijn hele leven last van zou blijven houden. Toch was er altijd wel een reden om muziek te schrijven; zo componeerde hij voor het koor in Linz waar hij dirigent van was. Ook schreef hij voor het strijkkwartet van zijn leraar Otto Kitzler, die Bruckner bijspijkerde over alles van orkestratie en vorm.
Want Bruckner wilde graag meer leren en hield van examens. Hij studeerde ook verder op het gebied van harmonie en contrapunt bij de Weense theoreticus Simon Sechter, die ooit Schubert had lesgegeven. Grappig genoeg kreeg Bruckner vooral les per post, omdat hij niet altijd naar Wenen kon reizen. Door die brieven kunnen we nog steeds zien hoe streng zijn leraar was, maar ook hoe ijverig Bruckner zijn oefeningen maakte.
foto: Publiek domein
Anton Bruckner in 1854.
Waarom kreeg Bruckner een zenuwinzinking?
Het was misschien ook wel een teken aan de wand voor wat er in 1867 gebeurde. Bruckner kreeg een zenuwinzinking en moest vier maanden in een sanatorium verblijven. Overwerk speelde hierin zeker een rol, maar Bruckner had ook de onontkoombare dwang om alles te tellen: de blaadjes van een boom, de ramen in de straat, de lovertjes op de jurk van zijn zus… In een brief aan een vriend schreef hij dat de dokter voorspeld had dat hij krankzinnig zou worden.
Toch kwam Bruckner er weer bovenop – en kreeg hij langzaamaan voet aan de grond in Wenen, een belangrijke muziekstad in die tijd. Hoewel het publiek daar eerst niets van zijn muziek moest hebben, kreeg hij in 1868 wel een baan als professor van harmonie en contrapunt aan het conservatorium van Wenen. Daar zou hij tot aan zijn pensioen in 1891 blijven. Bruckner verhuisde naar Wenen en ging daar samenwonen met zijn zus Anna.
Was Bruckner getrouwd?
Bruckners hele leven waren er vrouwen in beeld, maar nooit met succes. Zo was hij ooit verliefd op Josephine Lang, de dochter van de slager van het dorp. In een brief vroeg hij haar omslachtig of er de kans was dat hij haar ouders om haar hand mocht vragen, maar die kans bleek er niet te zijn. Het pianostuk Steiermärker dat hij opdroeg aan ene Aloisia, dochter van de schoolmeester, had ook niet het gewenste effect. Er was een vrouw, Ida Buhz, die wél met Bruckner wilde trouwen, maar niet haar protestantse geloof wilde veranderen. Dus ook dat huwelijk ging niet door. Zijn hele leven probeerde Bruckner (vaak jonge) vrouwen het hof te maken, maar hij zou altijd vrijgezel blijven.
Bruckner als fan van Richard Wagner
Dankzij zijn leraar Otto Kitzler ontdekte Bruckner de muziek van Richard Wagner. Kitzler was namelijk ook directeur van het theater in Linz. Hij dirigeerde daar onder andere Wagners opera Tannhäuser. Zo maakte Bruckner kennis met deze opera en andere muziek van de componist. Het maakte een verpletterende indruk op hem. Hij noemde Wagner zelfs ‘Meister aller Meister’.
Maar Bruckners bewondering voor Wagner was geen eenrichtingsverkeer. Omdat hij heel graag iets wilde opdragen aan Wagner, reisde Bruckner naar Bayreuth om zijn idool te ontmoeten. Hij legde hem zijn Tweede en Derde symfonie voor. Waar de Wiener Philharmoniker Bruckners verzoek om de Tweede te spelen had afgewezen, accepteerde Wagner de Derde symfonie om aan hem opgedragen te worden. Bruckner was zo dolgelukkig dat hij een avond flink ging drinken - zo veel, dat hij de volgende dag niet meer wist welke symfonie Wagner ook alweer had geaccepteerd... Er zat niets anders op dan het nog even snel via een briefje te checken bij zijn grote voorbeeld. Dit briefje is het enige document ter wereld geworden waar zowel het handschrift van Bruckner als Wagner op staat.
Later beloofde Wagner zelfs alle, op dat moment zes, symfonieën van Bruckner uit te voeren. Maar niet lang na die fantastische belofte stierf Wagner. Op dat moment was Bruckner met zijn Zevende symfonie bezig. Het langzame deel uit dit stuk werd een soort in memoriam. Als eerbetoon aan Wagner voegde Bruckner zogeheten Wagner-tuba’s toe, bijzondere instrumenten die Wagner veel gebruikte in zijn muziek. In tegenstelling tot de premières van andere werken van Bruckner, was de eerste uitvoering van de Zevende symfonie een groot succes. Het is nog altijd zijn meest geliefde symfonie.
Lees ook
Componist - Richard Wagner
Waarom zijn de symfonieën van Bruckner zo bijzonder?
Pas op latere leeftijd werd Bruckner dus echt componist. Hij was bijvoorbeeld al rond de 50 toen hij zijn Derde symfonie componeerde. Hoewel de eerste uitvoering geen succes was, bracht het stuk Bruckner uiteindelijk wel succes. Tegen het einde van het concert zaten er nog maar een stuk of 30 mensen in de zaal, zo veel publiek was er weggelopen. Onder de achterblijvers waren de muziekcriticus Theodor Rattig én de 17-jarige conservatoriumstudent Gustav Mahler. Tegen alle verwachtingen in bood Rattig aan de symfonie uit te geven. Mahler gaf hij de opdracht om er een piano-uittreksel van te maken, zodat mensen het stuk ook thuis konden spelen. Deze ervaring moet zeker invloed hebben gehad op de symfonieën die Mahler later zou componeren.
Langzaam maar zeker werden de symfonieën van Bruckner uitgevoerd, zelfs over de landsgrenzen. Het was het genre waar hij succes mee kreeg en wat voor hemzelf ook naar meer smaakte. Uiteindelijk zou hij elf symfonieën schrijven, waarvan er negen officieel genummerd zijn.
De symfonieën van Bruckner hebben een herkenbare stijl. Ze beginnen vaak zacht en klein, maar monden binnen de kortste keren uit in monumentale muziek met paukengeroffel en kopergeschal. Bruckners symfonieën worden niet voor niets ‘kathedralen van geluid’ genoemd. Daarnaast zit er veel herhaling in, zoals een motiefje dat steeds terugkomt of een passage die weer opnieuw wordt opgebouwd. Ook laat Bruckner vaak plotseling een stilte vallen, een ‘generale pauze’, waarna hij een heel nieuw blok muziek laat horen. Pas later ontdek je dat er een verband is tussen die verschillende blokken. En in Bruckners symfonieën zit ook vaak een scherzo (een korter, lichter deel) en een meeslepend langzaam deel.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Hoe stierf Bruckner?
Ondanks de successen bleef Bruckner onzeker over zijn muziek. Hij begon zijn eerdere symfonieën uitentreuren te herzien en te verbeteren, onder andere door het commentaar van critici. Daarom bestaan er meerdere versies van Bruckners symfonieën.
Toen Bruckner aan zijn Negende symfonie begon, was het einde van zijn leven nabij. Hij had al jaren last van zijn gezondheid en door zijn gezwollen voeten kon hij geen orgel meer spelen. Bruckner stierf echter voordat hij zijn symfonie kon voltooien, waardoor die niet eindigt met een triomfantelijk vierde deel, maar met het langzame derde deel. Dit Adagio noemde Bruckner ‘het afscheid van het leven’, alsof hij voorvoelde wat hem te wachten stond. Hij droeg de symfonie op aan ‘onze lieve Heer’.
Bruckner werd begraven in een sarcofaag in de crypte van Sankt Florian, precies onder zijn geliefde orgel. Zo had hij het in zijn testament beschreven.
Toplijsten: Bruckner
Locus iste
Anton Bruckner
Uitvoerenden: Michael Gläser (Dirigent), Groot Omroepkoor
Symfonie nr.7 in E gr.t. - compleet
Anton Bruckner
Uitvoerenden: Radio Filharmonisch Orkest, Bernhard Haitink (Dirigent)
Ave Maria
Anton Bruckner
Uitvoerenden: Groot Omroepkoor, Marcus Creed (Dirigent)
Aequale nr.1
Anton Bruckner
Uitvoerenden: Cyril Scheepmaker (trombone), Michael Gläser (Dirigent), Cassiel Anton Domènech (trombone), Victor Belmonte Albert (trombone)
Mis voor achtstemmig koor en blazers in e kl.t.
Anton Bruckner
Uitvoerenden: Marcus Creed (Dirigent), Groot Omroepkoor, Blazersensemble van het MCO
Symfonie nr.4 in Es gr.t., 1880, "Romantische" - compleet
Anton Bruckner
Uitvoerenden: Radio Filharmonisch Orkest, Gustavo Gimeno (Dirigent)
Libera me in F gr.t.
Anton Bruckner
Uitvoerenden: Radio Kamer Filharmonie, Simon Halsey (Dirigent), Groot Omroepkoor
Inveni David
Anton Bruckner
Uitvoerenden: Cyril Scheepmaker (trombone), Michael Gläser (Dirigent), Cassiel Anton Domènech (trombone), Victor Belmonte Albert (trombone), Sebastiaan Kemner (trombone), Groot Omroepkoor
Te Deum in C gr.t. - compleet
Anton Bruckner
Uitvoerenden: Radio Filharmonisch Orkest, Roderick Williams (bas), Edith Haller (sopraan), Elena Zhidkova (alt), Christian Elsner (tenor), Markus Stenz (Dirigent), Groot Omroepkoor
Aequale nr.2
Anton Bruckner
Uitvoerenden: Cyril Scheepmaker (trombone), Michael Gläser (Dirigent), Cassiel Anton Domènech (trombone), Victor Belmonte Albert (trombone)
Symfonie nr.8 in c kl.t., 1890 - compleet
Anton Bruckner
Uitvoerenden: Radio Filharmonisch Orkest, Jaap van Zweden (Dirigent)
Mis nr.3 in f kl.t. - compleet
Anton Bruckner
Uitvoerenden: Radio Filharmonisch Orkest, Helena Rasker (alt), Anita Hartig (sopraan), Sebastian Kohlhepp (tenor), Tareq Nazmi (bas), Edo de Waart (Dirigent), Groot Omroepkoor
Ecce sacerdos magnus
Anton Bruckner
Uitvoerenden: Michael Gläser (Dirigent), Groot Omroepkoor, Pieter-Jan Belder (orgel), Cassiel Anton Domènech (trombone), Victor Belmonte Albert (trombone), Cyril Scheepmaker (trombone)
Symfonie nr.9 in d kl.t. - compleet
Anton Bruckner
Uitvoerenden: Radio Filharmonisch Orkest, Edo de Waart (Dirigent)