Sergej Prokofjev

In het kort

Al voor de Russische revolutie van 1917 zette Sergej Prokofjev een nieuwe toon met zijn composities. Na de Oktoberrevolutie mocht hij met officiële toestemming van de Sovjet-autoriteiten carrière maken in het buitenland. Prokofjev reisde af naar de Verenigde Staten, Duitsland en Parijs, waar hij naast componist ook werkzaam was als pianist en dirigent.

De veelzijdigheid van Prokofjev is in veel van zijn muziek te horen. Zo componeerde hij zijn Eerste symfonie in de klassieke stijl van Haydn en Mozart, maar zonder zijn eigen sarcastische geluid te verliezen. Ook schreef hij het inmiddels beroemde Peter en de Wolf om kinderen aan de hand van een sprookje kennis te laten maken met de instrumenten uit het orkest. Het theater en het witte doek zijn ook terug te vinden in Prokofjevs oeuvre, met meerdere opera's, balletten en muziek voor de Sovjet-films Ivan de Verschrikkelijke en Alexander Nevsky. Met sonates, strijkkwartetten, vijf pianoconcerten en zeven symfonieën maakte hij zich zowel kamermuziek als grote symfonische muziek eigen.

In tegenstelling tot Rachmaninov en Stravinsky, die zich nooit meer in de Sovjet-Unie zouden vestigen, keerde Prokofjev na twee decennia terug. Hoewel hij er succes had als componist, kwam dit hem ook duur te staan. Er werden hem steeds meer beperkingen opgelegd door het regime, waaronder een reisverbod, en zijn eerste vrouw Carolina moest naar een Siberisch strafkamp. Prokofjev stierf op 61-jarige leeftijd.