Podium
NTR

Zanger John Bröcheler viert 80ste verjaardag: 'Het kon niet gek genoeg zijn'

foto: Omroep Limburg
  1. Klassiekchevron right
  2. Zanger John Bröcheler viert 80ste verjaardag: 'Het kon niet gek genoeg zijn'

Van lopendebandwerk naar operaster, bas-bariton John Bröcheler blikt terug op zijn leven. Over het belang van de koortraditie, de ontdekking van zijn lagere stem, het combineren van opera en liederen en zijn liefde voor gekke hedendaagse componisten. Tot slot wat levensadvies: "Je moet trouw blijven aan jezelf."

Van vader op zoon op zoon

John Bröcheler viert niet alleen zijn 80ste verjaardag. Hij zit nu 60 jaar bij van het Vaalser mannenkoor St. Cecilia. Zijn vader is ook 60 jaar lid geweest. Kan het nog fabelachtiger? Ja, want Johns grootvader heeft er óók al 60 jaar in gezongen.

Vader Rud zong als tweede tenor. Van beroep was Rud Bröcheler kleermaker. Iets wat hij vooral deed om op maandag te kunnen zingen bij het Vaalser mannenkoor. "Hij kon daar ook alleen maar over praten. Rud was thuis met vier broers en een zus, en daar werd tijdens het ontbijt en de lunch meerstemmig gezongen."

Bröcheler junior begon in zijn jeugd ook als tweede tenor. Dat vond hij ook de prettigste en de mooiste stem. "Als je de tweede tenor weghaalt, tja, wat houd je dan nog over?"

Luister naar het Vaalser mannenkoor uit 1976 met 'Wied es de wind', met vader Rud Bröcheler als solist:

Levensveranderend kostuum

Alle concerten van het Vaalser mannenkoor maakte John Bröcheler als jongetje mee. Het zingen was hem met de paplepel ingegoten. Maar een carrière in de muziek kwam niet zomaar. "Ik ben in de kleermakerszaak blijven werken, en aan de lopende band bij de Philipsfabriek."

Totdat Leo Ketelaars kwam binnenlopen voor een nieuw kostuum in de kleermakerij. "Toen vroeg hij hoe het mij verging. Ik was alwéér blijven zitten op het HBS. Toen zei Ketelaars tegen mij: kom maar eens voorzingen." De rest is geschiedenis.

Opera of lied?

Leo Ketelaars gaf hem steeds vaker muziekles. Bröcheler kwam terecht op het conservatorium in Maastricht, als liedzanger. Opera deed hij er aanvankelijk ‘naast’, maar door de natuurlijke ontwikkeling van zijn stem groeide hij steeds meer naar dat repertoire.

"In Nederland ben je óf oratoriumzanger óf liedzanger óf operazanger. En een operazanger zingt geen liederen", ziet John Bröcheler, maar met die insteek is hij het niet eens. "Wat nodig is om zo'n hele liedcyclus tot en met het laatste lied in de juiste frasering te zingen... Dat heeft alle ingrediënten van een opera."

Bröchelers eerste elpee, in 1979, was met Schumanns Dichterliebe. Het album won de prestigieuze Preis der Deutschen Schallplatten Kritik. Het opende deuren naar concertzalen over de hele wereld.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

'Kijk er eens naar'

Hij kreeg grote rollen als lyrische bariton in de jaren 80. Daarna maakte hij kennis met dirigent Hartmut Haenchen, die kwam aanzetten met de Wotan-partij. Wotan is de oppergod in de Ring-cyclus van Richard Wagner. "Dat is een diepe bas-bariton, heel anders dan mijn lyrische stem. Maar Haenchen zei: kijk er eens naar."

Bröcheler volgde een simpel plan als hij een stuk wilde instuderen. "Ik sloeg zo’n klavieruitreksel open, telde altijd eerst de bladzijden, waar liggen de hoogste, de moeilijkste en de laagste tonen. Dan ging ik gewoon iédere dag één bladzijde instuderen."

foto: Ruth Walz / DNO

John Bröcheler (links) als Wotan in Die Walküre bij de Nederlandse Operastichting in 1998.

Gekke componisten

Het meest trots is hij op zijn werk in de avant-garde muziek. "Allemaal wereldpremières, met van die hele gekke componisten. Ik voelde me daar heerlijk in, het kon niet gek genoeg zijn."

Bröcheler zong in 1977 in de opera Houdini van Nederlandse componist Peter Schat en werkte graag samen met Belgische componist Henri Pousseur, maar het hoogtepunt was Köning Lear van Duitser Aribert Reimann.

In 2005 is John Bröcheler benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. In 2007 verscheen de documentaire Een leven lang zingen door Omroep Limburg, over zijn leven.

foto: Maria Austria / DNO

John Bröcheler (links) debuteerde in 1970 bij de Nederlandse Operastichting (tegenwoordig DNO) in de opera Boccaccia.

Moed houden na herseninfarct

John Bröcheler kreeg in 2018 een herseninfarct. "Ik ben als mens veranderd door de ziekte." Zijn belangrijkste doel op dit moment: goed kunnen lopen; naar het centrum van Vaals en weer terug.

Bröcheler heeft na zijn hersenbloeding weer zangles genomen. Bij een oude leerling van hem, Ronald Dijkstra. "Hij geeft me nu op zijn manier les. Maar zingen op het niveau van vroeger, dat gaat niet meer", geeft Bröcheler aan.

Toch blijft Bröcheler trots. "Soms hoor ik oude opnames van mezelf terug", vertelt hij. "Dan denk ik: hé, goddomme, dat ben ik. Dat moet je volhouden, dat je jezelf bemint in dat talent. Je moet jezelf trouw blijven."

Luister het hele gesprek met John Bröcheler in Podium terug:

Ster advertentie
Ster advertentie