Key’mon Murrah wint Belvedère Singing Competition
- Klassiek
- Key’mon Murrah wint Belvedère Singing Competition
Afgelopen zaterdag vond in Letland de finale van de 40e editie van de Belvedère Singing Competition plaats. De wedstrijd is gewonnen door de Amerikaanse countertenor Key’mon Murrah.
In de finale zong hij de aria Che faro senza Eurydice uit Orfeo van Christoph Willibald Gluck en dat leverde hem de eerste prijs op. Naast de prijs van 7.000 euro won Murrah ook de prijs van de internationale persjury en kreeg hij een engagement in Keulen. Key’mon Murrah is geboren in Louisville, Kentucky in de Verenigde Staten. Hij won al vele prijzen. In 2019 was hij geselecteerd om deel te nemen aan de masterclass van Joyce DiDonato in Carnegy Hall in New York. Hij was Young Artist bij het Glimmerglass Opera Festival. In 2018 won hij de aanmoedigingsprijs van de Metropolitan Opera Council.
Dit seizoen zong Key’mon Murrah de titelrol in Orfeo ed Euridice van Gluck bij de Seattle Opera – een rol die hem dus nu de eerste prijs oplevert bij het Belvedère Concours.
Er waren 15 kandidaten (uit 15 verschillende landen) geselecteerd voor de finale van het Belvedère Concours.
Een overzicht van alle prijzen en winnaars:
- 1e prijs – Key’mon Murrah, Verenigde Staten
- 2e prijs – Nikita Ivasechko, Oekraïne (beschikbaar gesteld door Jan Meulendijks en Bart Schuil van het Amsterdamse Staetshuys)
- 3e prijs – Rueben Mbonambi, Zuid-Afrika
- Wil Keune prijs – Ava Dodd, Ierland
- Publieksprijs – Vittorio De Campo, Italië
- Prijs van de internationale pers – Key’mon Murrah, Verenigde Staten
Engagementen
- Deutsche Oper Berlin – Taejun Jeong, Zuid-Korea
- Semperoper Dresden – Albert Memeti, Polen
- Deutsche Oper am Rhein – Nikita Ivasechko, Oekraïne
- Theater Erfurt – Tristan Blanchet, Zwitserland
- Dzintari Concert Hall, Jurmala – Vittorio De Campo, Italië en Ava Dodd, Ierland
- Oper Köln – Key’mon Murrah, Verenigde Staten
Eerdere prijswinnaars van dit concours zijn onder meer de Nederlandse bas Harry Peeters (1983), de Australische tenor Stuart Skelton (1997) en de Zuid-Afrikaanse Pretty Yende (2009).