De gouden stem van James Bowman

Countertenor James Bowman werd in 1941 geboren in Oxford. Hij zong als jongen in de King Ely Kathedrale Koorschool. Hij volgde daar een typisch Engelse kooropleiding. Later studeerde hij aan het New College, Oxford. In de jaren ’60 was het voor mannen nog niet gebruikelijk met een falsetstem te zingen. Maar Alfred Deller was voor velen een inspiratiebron en het tij keerde.

In 1967 deed Bowman auditie voor de English Opera Group – een formatie van componist Benjamin Britten. Bowman werd aangenomen voor de rol Oberon, die Britten schreef met de stem van Alfred Deller in gedachte. Bowman maakte zich die rol eigen.

In de jaren ’70, 80 en ’90 zong Bowman veel met oude muziek ensembles, waar hij veel opnames mee maakte. Hij werkte onder meer samen met Nikolaus Harnoncourt, Christopher Hogwood en Frans Brüggen. Daarnaast was hij vaak te horen in opera’s. Zo zong hij in 1970 op Glyndebourne in La Calisto van Francesco Cavalli. In 1973 was hij te horen als Voice of Apollo in Death in Venice van Benjamin Britten. Hij zong in de grote operahuizen in onder meer Milaan, Amsterdam, Parijs en Wenen. Hij trad ook op buiten Europa, bijvoorbeeld in San Francisco en Sydney.

James Bowman maakte talloze opnamen, onder andere met Gustav Leonhardt. Zijn laatste concert zong hij in 2011 samen met klavecinist Mahan Esfahani.

Hans Haffmans sprak met Andreas Scholl over het belang van James Bowman.

Maandag

Alessandro Grandi - O quam tu pulchra es
Claudio Monteverdi – Selve morale e spirituale ; Salve Regina

Dinsdag

Antonio Vivaldi - Stabat Mater

Woensdag

Georg Friedrich Händel - Debora - aria, "Impious mortal, cease to brave"
Henry Purcell - Hail, bright Cecilia! - duet, "In vain the am'rous flute"

Donderdag

Giovanni Battista Pergolesi - Stabat Mater

Vrijdag

Henry Purcell - (O dive custos Auriacae domus)
Elegie bij de dood van Koningin Mary
The King’s Consort o.l.v. Robert King

Home Gouden Opnamen