Ton Koopman: pionier van de oude muziek
- Klassiek
- Ton Koopman: pionier van de oude muziek
Ton Koopman behoort tot de grote pioniers van de oude muziek. Hij is een virtuoos op orgel en klavecimbel, een bevlogen dirigent en grondig onderzoeker, met Johann Sebastian Bach als de alfa en omega van zijn muzikale bestaan. Die blijft hem verbazen: "zoveel schoonheid, zoveel diepte, zoveel betekenis."
Binnenkort wordt Ton Koopman 80 jaar en om hem in het zonnetje te zetten komt de NTR met een gloednieuwe serie in de podcast Hollandse Helden. Presentator Hans Haffmans gaat met Ton Koopman in gesprek over zijn jeugd, zijn studie bij Gustav Leonhardt, zijn manier van dirigeren en passie voor Bach. Ook vertelt hij alles wat je moet weten over dat grote meesterwerk: het Weihnachtsoratorium.
Beluister de podcast
Hollandse Helden
Een leerling van Bach
Het leven van Ton Koopman als musicus staat grotendeels in het teken van Johann Sebastian Bach. Met zijn onblusbare nieuwsgierigheid werpt hij zich al vanaf zijn jeugd op het mysterie Bach. En als organist, klavecinist en dirigent brengt hij diens muziek tot leven.
"In begin was er de angst om zaken fout te doen", zegt hij. "Ik probeer het nog altijd Bach naar de zin te maken. Dat is je taak, vind ik, als je zelf te stom bent om een Hohe Messe te componeren. Daarom noem ik mezelf altijd een leerling van Bach."
Wist je dat...
het geluid van de klavecimbel Koopman zo fascineerde dat hij in zijn kinderjaren spijkertjes in de hamers van de piano thuis sloeg, om die maar als een klavecimbel te laten klinken?
Maar als leerling ontwikkelt hij zich wel. Zijn vrouw, klavecinist Tini Mathot, die bij vrijwel al zijn albums opnameleider is, hoort dat hij met het stijgen der jaren meer durft.
"Ik heb natuurlijk zoveel kilometer aan Bach gelezen, dan rijst er toch een steeds scherper omlijnd silhouet op uit de mist van de tijd, hoe weinig we ook weten over de mens Bach. Want dat is het grote probleem. Dat is een gapend gat, dat we zelf moeten invullen. Na zes decennia ken ik hem beter dan toen ik twaalf was. Niettemin kan zijn muziek me nog altijd verbazen. Hoe is het mogelijk? denk ik elke keer weer. Wat een diepgang, hij doorbreekt alle grenzen. Bij elke uitvoering overheerst in mij de verwondering over zoveel schoonheid."
Koopman in Bachs Matthäus-Passion
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
"Bach is de Michelangelo van de muziek"
Ton Koopman wordt op 2 oktober 1944 geboren in Zwolle als zoon van een katholieke middenstander, die muziek maakt in een jazzcombo. "Wanneer hij speelde, zag ik een licht in zijn ogen dat er anders niet was. Dat moet door de muziek komen, dacht ik. Die kunst wilde ik me ook eigen maken."
Op zijn zesde zingt hij als koorknaap voor het eerst in Bachs Matthäus-Passion. Een protestante traditie, dus hij vraagt er als katholiek jongetje toestemming voor aan de pastoor. Die heeft geen bezwaren. Ze geloven toch allemaal in dezelfde God? Die passie wordt een overrompelende ervaring voor de kleine Koopman.
"Niet alleen door luide koorpassages, zoals Sind Blitze, sind donner, maar ook door de manier waarop het verstilde Erbarme dich het lichaam binnendringt, door de aderen ruist om tenslotte het hart te bereiken."
Ab Nieuwdorp sprak in de Oude Muziek Podcast met Ton Koopman - De Oude Muziek Podcast
Vanaf dat moment zal een groot deel van zijn leven gewijd zijn aan Bach, van wie hij onder meer alle cantates opneemt, met zijn eigen Amsterdam Baroque Orchestra en Choir dat hij in 1979 opricht. "Bach is de Michelangelo van de muziek", vindt Koopman.
Al vanaf zijn tiende jaar bespeelt hij de kerkorgels in zijn geboortestad Zwolle. Daar ontdekt Koopman naast Bach ook diens ‘voorganger’, de bijna vergeten componist Dietrich Buxtehude. Aan diens werk zal hij later een lijvige cd-box wijden, want hij gelooft dat "zonder Buxtehude Bach niet zou bestaan."
Marxistische guerillastrijder
Na zijn gymnasiumopleiding studeert Koopman orgel, klavecimbel en muziekwetenschap in Amsterdam, waar hij zich specialiseert in de barok. Met onder meer Gustav Leonhardt en Frans Brüggen legt hij de basis voor de rijke oude muziek traditie waar Nederland roem mee oogst. Koopman is leraar en inspirator van veel bekende musici die de uitvoeringspraktijk van de barok gestalte geven. Waar die muziek in handen van moderne orkesten in de jaren zestig en zeventig vaak log en onbeweeglijk klinkt, geven Koopman en de andere pioniers Bach, Vivaldi, Händel en diens tijdgenoten hun oorspronkelijke vitaliteit en vuur terug. ‘Als muziek stilstaat, is de zaak verloren. In de barok gaat het om emotie. In ons brandt iets wat we willen doorgeven.’
Over die beginjaren vertelt zanger Klaus Mertens, met wie Koopman bijna een halve eeuw samenwerkte, in 2018: "Met zijn lange haar, grote baard en een sigaret in de mondhoek leek Ton de muzikale broer van de marxistische guerrillastrijder Che Guevara. Hij was een wervelwind achter de klavecimbel. Wij zangers zeiden: “Waanzinnig hoe snel jij speelt, wij kunnen je niet bijhouden.” Hij richtte dan die kinderlijk verbaasde blik op ons. “Oh, denk je?” En vervolgens schakelde hij terug."
Mertens herinnert zich hoe de pioniers in het begin in één orkest speelden: Gustav Leonhardt, Reinhard Goebel, Philippe Herreweghe, de broers Kuijken, Koopman. "Maar met zoveel alfa-mannen kon het niet lang goed gaan. Iedereen koos tenslotte zijn eigen weg, want ze hadden allemaal iets anders te zeggen over Bach. Dat heeft ons grote rijkdom gebracht."
Ton Koopman achter het orgel
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.