Diskotabel
NTR

Elisabeth Blom: 'Ik word blij van zware kost'

foto: Sjaak Verboom
  1. Klassiekchevron right
  2. Elisabeth Blom: 'Ik word blij van zware kost'

Iedere week reageert een panellid van Diskotabel op een aantal moeilijke keuzes, die bieden immers een verhelderend kijkje in iemands wezen. Hoe luisteren de panelleden thuis naar muziek? Staat hun speellijst op shuffle of op repeat? En welke instrumentele bezetting heeft hun voorkeur? Deze week: dirigent en sopraan Elisabeth Blom.

Diskotabel met sopraan en koordirigent Elisabeth Blom en dirigent Jurjen Hempel

Wie is Elisabeth Blom?

Elisabeth Blom is sopraan en dirigent. Als sopraan is ze verbonden aan Cappella Amsterdam, het Nederlands Kamerkoor, Amsterdam Baroque Choir en het Apollo Ensemble. In 2020 richtte ze met drie collega’s vocaal ensemble Hollands Collectief op, een ode aan Nederlandse componisten uit heden en verleden. Ze is daar werkzaam als sopraan en artistiek leider. Sinds 2017 is ze dirigent van Cappella Breda, als opvolger van Daan Manneke. Voorheen dirigeerde zij vele andere koren. Daarnaast treedt zij op als sopraansoliste, recentelijk met Chants de terre et de ciel van Olivier Messiaen met Rien Balkenende in het Orgelpark Amsterdam. Ze gaf diverse recitals met harpiste Veronique Serpenti.

Spotify of cd?

Spotify, want ik ben vaak op pad. Ik luister veel met een koptelefoon op in de trein, terwijl ik onderweg ben naar repetities of concerten. In de auto muziek luisteren doe ik minder graag, want dan zijn er zoveel bijgeluiden van de auto. Meestal luister ik repertoire dat ik aan het voorbereiden ben, maar als ik een keer voor de lol iets opzet, dan is het iets als de Hohe Messe. Inderdaad niet bepaald lichtvoetige muziek, maar ik word juist blij van wat anderen ervaren als 'zware kost'. Het raakt de essentie van het leven, benoemt dingen die niet in woorden zijn te vatten. Het is in die zin een uitlaatklep, het biedt troost. Daarom word ik er blij van.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Alleen of samen luisteren?

Ik wil de finesses kunnen horen, dus ik luister het liefst alleen. Om die reden luister ik ook niet graag in de auto, want dan zijn er zoveel bijgeluiden. Het is voor mij nogal zwart-wit: ik wil óf goed luisteren óf niet. Achtergrondmuziek vind ik daarom ook moeilijk. Als ik in een café met iemand zit te praten, maar net te dicht bij een geluidsbox zit, dan weet ik gewoon niet waar ik op moet letten, het gesprek of de muziek. Nee, laat mij maar geconcentreerd luisteren met een koptelefoon op.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Sopraan of dirigent?

Hiertussen kan ik gewoon niet kiezen. Ik wil niet zo in hokjes denken. Ik ben het allebei en ik doe het ook allebei. In kleine ensembles doe ik het soms zelfs tegelijk. In het Hollands Collectief zing ik als sopraan, maar ik geef ook leiding als het nodig is. Dat doe ik in dat geval niet met grote gebaren, dat hoeft niet bij een ensemble van vier zangers, het zit hem veel meer in samen ademen.

Koor of orkest?

Ook hierin wil ik niet kiezen, muziek is gewoon muziek. Maar in het dirigeren ben ik meer vertrouwd met het aansturen van een koor.

Oude of nieuwe muziek?

Wéér zo’n keuze… Het Hollands Collectief hebben we opgericht omdat we Nederlandse componisten onder de aandacht wilden brengen, maar ook om oude en nieuwe muziek met elkaar te combineren. Er zijn zoveel componisten die zich hebben laten inspireren door muziek uit de middeleeuwen en renaissance. Neem Maurice Duruflé die in zijn Requiem de Gregoriaanse gezangen verweefde. Of Arvo Pärt die verwijst naar de renaissance. Het is een terugkeer naar de bron van de oude muziek, die vervolgens verrijkt wordt met de veelkleurigheid van de ontwikkeling die in de eeuwen daarna kwam. Die beide dingen wil ik vasthouden.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Concertzaal of kerk?

Dat hangt maar net van het repertoire af. Religieuze muziek uit de renaissance is echt voor de liturgische uitvoering in de kerk geschreven, dat werkt dan ook het beste in een kerk met nagalm door de gewelven. Laatst zongen we met Cappella Amsterdam in een kerk met lange nagalm de Kanon Pokajanen van Arvo Pärt, fantastisch. In het algemeen zou je kunnen zeggen dat muziek met veel snelle noten een ruimte met beperkte nagalm nodig heeft. Religieuze muziek in een concertzaal kan soms ook best, zeker wanneer het een theatrale uitvoering is.

Een open vraag om mee af te ronden: wat is op dit moment je favoriete opname?

Met Cappella Amsterdam maakten we een paar jaar geleden de cd In Umbra Mortis, dat is echt een topper geworden. Op dat album combineren we de Sieben Passions-Stücke van Wolfgang Rihm met motetten van Giaches de Wert. De muziek van Rihm zit vol dissonanten maar dirigent Daniel Reuss wist er een zuiver en transparant geheel van te maken. Dat is hem zo goed gelukt dat zelfs de dissonanten soms consonant lijken te klinken.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Gerelateerde podcast

Diskotabel

Diskotabel

Ster advertentie
Ster advertentie