Lisa Rooijackers
- Klassiek
- Lisa Rooijackers
Even voorstellen
Lisa Rooijackers (1994) komt uit Gemert en woont in Amsterdam. Ze studeerde Nederlandse literatuur in Nijmegen en Gent. Lisa schrijft. Poëzie, verhalen, en muziek. Haar essays en gedichten verschenen onder andere in Kluger Hans, Tijdschrift Ei, DW B, Extaze en De Internet Gids. Daarnaast componeert ze voor piano en gitaar, en treedt ze op met muzikale poëzie onder de projectnaam ‘half woord’.
Atelierplan
Al sinds ik me kan herinneren, koester ik de wens om me een jaar of twee terug te trekken in een sfeervolle blokhut boven op een Italiaanse of Zwitserse berg. En dan heel veel ongestoord schrijven. Voor iemand die echter chronisch blut is, klinkt vijf dagen in een woonwagen op het mediapark in Hilversum al verdomd exotisch.
Dit lijkt me de uitgelezen kans om aan iets compleet fris te beginnen. Iets waar ik graag mee zou willen experimenteren, maar in mijn dagelijkse leven niet genoeg ruimte en rust voor kan inplannen. De afgelopen twee jaar heb ik regelmatig geknutseld met het schrijven van gedichten op muziek en andersom. Elk muziekgedicht is een project dat naar meer smaakt, mede doordat ik ze steeds relatief snel afrond. Daarom zou ik het zo spannend vinden om de grenzen van wat een lied is en wat een verhaal nog verder en langduriger op te zoeken de komende dagen. Tonen hoe ze overeenkomen en verschillen. Hoe ze elkaar versterken, tegenspreken of uitbreiden. Hoe hun grenzen duidelijk worden of juist volledig lijken te vervagen. Liefst zou ik dat doen door een langere tekst, bijvoorbeeld een gedichtencyclus of een kort verhaal, te schrijven en deze op zo’n manier muzikaal te begeleiden dat woorden en noten met elkaar een spel aangaan.
Dag 1 - Maandag 11 februari
Opium Atelier: Lisa Rooijackers - Dag 1
Opstarten in de pipowagen. Aangezien een lieve vriendin me met haar busje op het Mediapark af kon zetten, had ik genoeg bij me om mezelf degelijk in te nestelen. Boeken, gitaar, een kleine versterker, een digitale piano. Het kan niet meer dan twee minuten geduurd hebben voordat ik met een kop thee naast me op de toetsen aan het rammen was alsof ik hier al jaren woon. Het gaat nog een uitdaging worden voor de NPO’ers om me dit weekend uit huis te zetten. Het is hier kneuterig en levendig tegelijk, en laat dat nou mijn lievelingscombinatie zijn.
Veel staat er nog niet op de recorder, noch op papier. Een paar melodielijnen en akkoorden. Steekwoorden en delen van zinnen voor een mogelijk verhaal. Ik weet inmiddels wel dat ik proza wil schrijven in plaats van poëzie. Voornamelijk omdat ik dat nog niet eerder met muziek heb gecombineerd, en het fijne van het Opium Atelier is dat het me de rust en tijd biedt om iets nieuws te proberen. Ik las vorige week een krantenartikel over een tragische misdaad. Het liet me niet los, en ik denk dat het een begin kan vormen voor een mooi onderwerp. Het is wel erg donker, dus ik hoop dat ik het genoeg lichte tonen kan geven, zowel tekstueel als muzikaal. Eerlijk gezegd weet ik niet meer hoe het artikel heet of wie het schreef, maar dat maakt niet uit. Liever zoek ik ook geen details meer terug, omdat ik wil dat mijn gedachtes erover zo veel mogelijk van mij blijven.
Ik gok dat ik vandaag vooral wat muzikale opzetjes maken. Als ik een dag vol nieuwe indrukken heb, vind ik het soms net wat vermoeiender om heel geconcentreerd met woorden bezig te zijn. Maar wie weet heb ik straks na een boswandeling weer honger naar tekst: wordt vervolgd!
Dag 2 - Dinsdag 11 februari
Een woonwagen wiebelt in de wind. Dat ontdekte ik vannacht. Ondanks het gehobbel en gekraak heb ik wel wat uurtjes slaap weten te pakken. Vanochtend ben ik als een heuse campinggast met m’n rugzak naar de douches in het AVROTROS gebouw gesjokt. Daar was niemand, dus kon ik onder het warme water gewoontegetrouw luidkeels met Britney Spears meezingen (of is dat taboe om in een blog van NPO4 te zetten?). Rond 08:30 zat ik op de pianokruk. Vandaag gaat zo snel! Ik wil niet stoppen met spelen. Elke keer dat ik even wat te drinken pak of buiten frisse lucht hap, merk ik dat ik automatisch in rondjes ga ijsberen. Dat doe ik altijd als ik enthousiast ben.Ik heb voor de zekerheid al vrij veel op mijn telefoon opgenomen (zie screenshot), maar lang niet alles is bruikbaar. Toch heb ik wel het idee dat er al een (zeer!) ruwe basis ligt voor de muziek.
Gisterenavond heb ik nog een aantal zinnen geschreven waarvan ik dacht dat ze goed zouden passen bij de melodielijnen die ik toen net had bedacht. Ik merk dat ik dit stuk toch anders begin te schrijven dan andere verhalen. Ik houd er rekening mee dat het uitgesproken gaat worden, heb meer oog voor klank, voor herhaling, en ritme. Het zou best wel eens kunnen dat het eindresultaat niet eenduidig in te delen is bij proza, dan wel bij poëzie. Overigens denk ik dat dat ook geen moer uit hoeft te maken.
Vanwege deze overenthousiaste puppymodus ben ik vandaag compleet vergeten om te rusten, terwijl ik dat met het oog op m’n gezondheid eigenlijk wel dagelijks moet doen. Misschien dat ik dat vanavond even ga compenseren, met een lange wandeling of een roman. Op die manier hoop ik nog wat drift te bewaren voor morgen.
Dag 3 - Woensdag 12 februari
Opium Atelier: Lisa Rooijackers - Dag 3
Vanmorgen semi-verrot wakker geworden. Ik dacht vannacht de hele tijd dat het 07:00 ‘s ochtends was, om dan op te staan en te merken dat het nog midden in de nacht is. Vanmiddag toch maar een keer dat dutje inroosteren. Gelukkig kwam ik weer redelijk tot leven na een lange douche en de nodige cafeïne. Schrijven is fijn hier! Ik heb in grote lijnen de compositie voor ogen, en een aantal stukken tekst waarvan ik denk dat ze er mooi bij zullen passen.
Wat ik niet goed had ingeschat is de hoeveelheid woorden die ik kan spreken in een paar minuten tijd. De lengte die ik gepland had voor het korte verhaal (tussen de 1200 en 2000 woorden) is allicht niet in één lied-voor-op-de-radio te proppen. Het wordt haast een existentiële kwestie: te veel woorden, te weinig tijd. Aan de andere kant past het goed bij die nieuwe manier van schrijven die ik gisteren noemde: ergens tussen poëzie en proza in zweven. Ik weet nog niet honderd procent zeker of ik er nu een extra kort, fragmentarisch verhaal van ga brouwen of dat ik de relevantste en meest melodieuze stukken eruit ga tillen om met de muziek te combineren. Ik gok het laatste, maar ik probeer het zo natuurlijk mogelijk te laten ontstaan.
Al met al verloopt het hele in-mijn-eentje-in-een-woonwagen-proces uitstekend. Ik ben maar een keer of drie de voordeursleutel vergeten, heb pas tweemaal pompoensoep laten aanbranden op het elektrische pitje, en vond slechts één keer mijn pinpas na een uur zoeken onder de veranda in het natte grind. Ik evolueer, en dat op Darwin Day!
Dag 4 - Donderdag 13 februari
Het zou zomaar eens kunnen lukken. Ik heb de muziek af, verschillende opties qua tekst, en een idee van hoe ik die twee samen ga voegen. Daar ben ik ook wel echt dankbaar voor, want ik merk dat mijn concentratie niet meer in zo’n opperste conditie is als de eerste dagen hier. Ik krijg sneller hoofdpijn en die eerder uitgestelde middagslaapjes zijn nu broodnodig. Toch voel ik me nog steeds heel comfortabel in m’n pipohuis. Het heeft de hele ochtend geregend en dat draagt alleen maar bij aan de knusheid hier binnen. Dat ik in een vlaag van opgetogenheid vrij pijnlijk van de door mij gedoopte pianokruk ben gedonderd mag de pret niet drukken.
Een raar idee dat morgen alweer de laatste dag gaat zijn. Ik heb het idee dat ik hier in een heel ontspannen bubbel leef en ik denk dat ik het erg ga missen om me op één project te kunnen storten, in plaats van het omhoog houden van al die door elkaar vliegende ballen in het echte leven. Een mooie reden om nog even voor de volle honderd procent dit creatieve glamping-leven te vieren. Kom maar door met het apathisch naar alle Word-documenten staren en het gefrustreerd hameren op de pianotoetsen. Met de tocht onder de deuren, het krakende hout en de aangekoekte soep. Ik ben nog niet klaar met jullie!
Buiten waait de wind om het atelier, binnen zit Lisa te componeren
Video niet beschikbaar
Dag 5 - Vrijdag 14 februari
Valentijnsdag, en de twee witte plastic zwanen in de vijver voor me hangen klef tegen elkaar aan. ‘WIE IS DE MOL?’ prijkt er sinds vanmorgen ineens in grote letters boven het water. Zelf zou ik het niet weten, maar de nepreiger verstopt zich al dagen in dezelfde kluit met riet, wat hem betrekkelijk verdacht maakt.
Vannacht dan toch eindelijk heerlijk geslapen! Tot ik om 04:30 wakker schrok met iets dat verdacht veel op een blaasontsteking leek. Dus nu zuip ik als een matroos de ene fles (water!) na de de andere. Dat compliceert het oefenen van het stuk toch wel een beetje, maar ik denk dat ik nog genoeg tijd over heb om het een paar keer te herhalen. Ik heb vanmorgen nog een deel weg moeten snoeien, aangezien ik mezelf zowel muzikaal als tekstueel een beetje heb laten gaan. Na het killen van die darlings heb ik ten slotte nog wat laatste woorden veranderd, doorgekrast en verplaatst. En jawel, dames en heren, we hebben een definitieve versie! Nu nog zorgen dat het een beetje soepel over de tong en toetsen rolt, want ik heb nog nooit zoveel tekst voorgedragen op één muziekstuk. Dat wordt repeteren, dus mijn billen zitten voorlopig aan de kruk gelijmd (en niet alleen omdat ik er anders blijkbaar vanaf tuimel).
Nu ik even stilsta bij vandaag, besef ik pas dat ik het te druk heb gehad om te realiseren dat ik het best wel ga missen hier. Letterlijk iedereen die ik in en om het gebouw heb ontmoet was buitengewoon lief en attent, van de receptionisten tot de barman en -vrouw van het café naast de parkeerplaats. Ik hoop vooral dat ik het zalige gevoel dat ik hier kreeg tijdens het schrijven mee naar huis kan nemen als herinnering, zodat ik niet vergeet hoe belangrijk het is dat ik mezelf daar genoeg tijd en rust voor gun. Ongeacht of ik vanavond in de uitzending over mijn woorden, toetsen, of - laten we realistisch zijn - voeten struikel, denk ik dat dat een mooi eindresultaat zal zijn.