Gillian Karawe Whitehead
- Klassiek
- Gillian Karawe Whitehead
Nooit over Gelezen?!
Deze week luisteren we naar de erudiete, complexe, en veranderlijke muziek van Gillian Whitehead (1941-). Zij put uit een breed scala aan verschillende bronnen voor inspiratie: haar natuurlijke omgeving in Aotearoa, ook wel Nieuw Zeeland genoemd, haar kennis van geschiedenis en mythologie, wiskunde en literatuur. Whitehead is Māori en de Māori cultuur speelt een belangrijke rol in haar werken. De combinatie van Māori muziekinstrumenten, compositietechnieken, en klankkleuren met Westerse moderne klassieke muziek geeft Whitehead’s muziek een uniek geluid. Dit geluid en Whitehead’s weloverwogen aanpak bij het componeren maken haar stukken complex en uitdagend, zowel om te spelen als om te luisteren.
Jeugd in Aotearoa
Gillian Whitehead werd in haar jeugd al ondergedompeld in de muzikale wereld van Nieuw Zeeland of Aotearoa. Haar vader, Ivan, was een dirigent van een koor, en haar moeder, Marjorie, speelde piano. Ivan was altijd geïnteresseerd in moderne muziek en importeerde nieuwe muziekstukken die anders niet in Nieuw Zeeland te vinden zouden zijn, zoals werken van Boulez en Stockhausen. Gillian’s eerste uitgevoerde compositie was een koorstuk, maar dit werd nooit opgevoerd met publiek. Hoewel Gillian verlegen was en niet snel op de voorgrond trad, was ze wel heel geïnteresseerd in muziek en als tiener besloot ze al componist te worden.
Opleiding en achtergrond
Na de middelbare school ging Gillian naar de Auckland University’s School of Music. Ze studeerde compositie totdat haar docent met sabbatical ging, en Gillian een andere leraar moest vinden. Ze vertrok naar Wellington en later naar Sydney om haar studie daar voort te zetten. Sydney was een belangrijk kantelpunt. Hier kreeg ze les van Peter Sculthorpe. Sculthorpe was geïnteresseerd in etnomusicologie, dus Whitehead besloot haar scriptie over Māori instrumenten te schrijven. Gillian stamt af van de Ngāi Te Rangi, een Māori iwi (volk of natie), en vanaf haar tijd in Australië begon ze haar achtergrond bij haar werk te betrekken. Zo schrijft ze vaak stukken waarin Māori instrumenten worden gebruikt.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
London
Van 1967 tot 1981 woonde Gillian in Europa waar ze als freelance componist werkte. In die tijd schreef ze stukken geïnspireerd door religieuze teksten, geschiedenis en poëzie, en ook stukken die beïnvloed zijn door Māori muziek. Ze werkte samen met Fleur Adcock en had ook veel contact met de componist Maxwell Davies, die ze al kende van haar tijd in Australië. Ze schreef heel verschillende soorten stukken, vaak bedoeld om uitgevoerd te worden door ensembles in Engeland of Europa, maar soms ook voor muzikanten die ze nog kende uit Nieuw Zeeland of Australië. In deze periode schreef ze bijvoorbeeld een stuk voor de virtuose blokfluitist Steve Rosenberg uit Auckland.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Terug naar het zuiden
In 1981 nam Gillian een baan aan in Australië waar ze componeren kon combineren met lesgeven. Zij en haar collega’s deelden hun werk zo in dat ze zes maanden per jaar besteedden aan lesgeven, en zes maanden aan compositie. In die tijd schreef ze ook stukken in opdracht van de Australische overheid, zoals Manutaki (1986). Manutaki gebruikt isoritmiek, een ritmische structuur kenmerkend voor vroege renaissance muziek. Isoritmiek is de herhaling van een bepaalde ritmische structuur gedurende een stuk op verschillende toonhoogtes.
De renaissance is echter niet de enige inspiratiebron voor Manutaki; dit stuk is ook geïnspireerd door de vlucht van zwaluwen die Whitehead zag in Nieuw Zeeland. De complexe muzikale theorie van isoritmiek smelt dus samen met natuurlijke themas. De periode in Australie was een productieve periode waarin Whitehead haar techniek verder ontwikkelde en veel tijd had om te componeren naast haar docerende werk, maar in 1991 stopte dat abrupt. Er werd bij Whitehead borstkanker ontdekt. Ze stopte haar werk anderhalf jaar om te genezen, en begon daarna ook weer meer tijd in Nieuw Zeeland door te brengen.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Aotearoa
In 1996 ging Whitehead terug naar Nieuw Zeeland. In deze tijd begon Whitehead ook minder wiskundig te werken. Tegenwoordig gebruikt ze magic squares niet meer. Ze laat zich wel nog steeds veel inspireren door de natuur. In 2000 schreef ze de …improbable ordered dance… (‘...de onwaarschijnlijke geordende dans…’). Dit stuk was geinspireerd door een essay over celbiologie van Dr. Lewis Thomas. In dit essay stelt Thomas voor dat muziek maken net zozeer een eigenschap is van onze biologie als mensen als andere fundamentele functies. Thomas stelt zich voor in dit essay dat de ritmische geluiden van de natuur - waarvan we de meeste niet kunnen horen omdat ze te hoog, te laag, of te zacht voor onze oren zijn - het ritme zijn waaruit levende organismen zijn ontstaan.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Techniek
Whitehead put uit verschillende stijlen en compositietechnieken. Zo werkte ze bijvoorbeeld een tijd met magic squares, een wiskundige aanpak om stukken op te bouwen. Ook neemt ze vaak Māori technieken op in haar composities, waaronder het gebruik van microtonen en improvisatie, en uiteraard ook Māori instrumenten. In Ipu worden klassieke westerse instrumenten gecombineerd met Māori instrumenten. In dit stuk zijn de taonga pūoro en pianopartijen geïmproviseerd terwijl de cellopartij uitgeschreven is.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Natuur
Veel van de muziek van Gillian Whitehead is een poging om de natuur en de omgeving in muziek te vertalen. Zo schreef ze meerdere stukken die een bepaalde sfeer of geluidswereld van de Nieuw Zeelandse natuur weergeven. Het strijkkwartet Moon Tides and Shoreline, wat Whitehead schreef in 1990, geeft de zee weer. De cello opent met een ritme op een klank, de D, wat het geluid en de toon van de zee bij Paekakariki imiteert. Een ander voorbeeld is Hine Raukatauri, dat een bos gevuld met de geluiden van de wind door de bomen en vogelzang verklankt.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Geschiedenis
Naast de natuur is Gillian Whitehead ook geïnspireerd door geschiedenis, zowel Europese middeleeuwse geschiedenis als pre-koloniale Māori geschiedenis. Haar interesse in middeleeuwse geschiedenis is bijvoorbeeld goed op te merken in Missa Brevis (1963) voor koor, wat middeleeuwse en renaissance muziekinvloeden bevat. Ook de eerder genoemde isoritmiek in Manutaki komt voort uit een grote kennis van en interesse in middeleeuwse en renaissance geschiedenis. Naast historische muzikale technieken laat Whitehead zich ook inspireren door gebeurtenissen uit het verleden, zoals ze deed in haar stuk Tūranganui wat In 2018 in premiere ging. Dit stuk was een opdracht van het New Zealand Symphony Orchestra om stil te staan bij Captain Cook’s ontdekking van Nieuw Zeeland 250 jaar daarvoor. In dit stuk wordt de tragische eerste ontmoeting tussen Europeanen en Māori herinnert.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Nu
Gillian Whitehead is nu 81 jaar oud en werkt nog als componist. Ze heeft de afgelopen jaren meerdere CDs uitgebracht en accepteerde onlangs de Te Tohu ā Tā Kingi Ihaka (Sir Kingi Ihaka Award), een prijs voor Māori kunstenaars in alle velden die buitengewone prestaties en bijdragen hebben geleverd aan de kunst. Ook werd ze in 2009 Dame Companion in de New Zealand Order of Merit. Tijdens de Covid-19 pandemie werd haar werk enigszins vertraagd maar Whitehead schreef door. Het vioolconcert wat ze toen schreef was geïnspireerd door de zee, de getijden en de kustvogels: alles wat ze uit haar raam kon zien toen ze thuis bleef vanwege de lockdown.
Gerelateerde podcast
Nooit van gehoord?!