Het gele label bestaat 125 jaar
- Klassiek
- Het gele label bestaat 125 jaar
Wie Deutsche Grammphon zegt, ziet het ziet het gele, langwerpige gele embleem op de platen en cd’s voor zich. De platenmaatschappij werd 125 jaar geleden opgericht in Hannover. Het wist belangrijke klassieke musici aan zich te binden. Pianisten Martha Argerich en Krystian Zimerman bijvoorbeeld en recenter ook dirigent Andris Nelsons en pianist Víkingur Ólafsson. In Podium aandacht voor de belangrijkste opnamen.
De platenmaatschappij ging in 1898 van start in het Duitse Hannover. De oprichters waren de Amerikaan Emil Berliner (uitvinder van de grammofoon en grammofoonplaat ) en zijn broer Josef. De Italiaanse tenor Enrico Caruso was één van de eersten die in 1902 de mogelijkheid kreeg om 10 liederen op een plaat op te nemen. Door het gekraak heen hoor je de geschiedenis tot leven komen.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
De eerste cd
Sindsdien is Deutsche Grammophon niet meer weg te denken in de opnamegeschiedenis. Een groot succes was de complete uitgave met de symfonieën van Beethoven door Herbert von Karajan. Met hem en de Berliner Philharmoniker nam het label in 1983 ook de eerste cd op: Eine Alpensinfonie van Richard Strauss. De opname staat nog steeds als een huis.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Ritmische Brahms
Ook de volgende dirigent van de Berliner Philharmoniker: Claudio Abbado mocht prachtige stukken opnemen. Zijn de symfonieën van Brahms ooit beter gedaan? Bij hem geen pathos, maar een helder uitgedachte ritmische opzet met een uiterst stijlvol resultaat.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Aandacht voor het onbekende
Voor fijnproevers richtte DGG in de vijftiger jaren het sublabel Archiv op. Speciaal voor opnamen van oude muziek. Waren het eerst vooral opnamen van Karl Richter, daarna was er ook ruimte voor specialisten als Trevor Pinnock en John Eliot Gardiner. Vaak was er ruimte voor geheel onbekende muziek. Bijvoorbeeld een geheel aan Heinichen gewijde dubbel-cd met zijn Dresden concerti uit 1993 van Musica Antiqua Köln onder leiding van Reinhard Goebel.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Ploeterende Lenny
Het lijkt alsof de opnamentechnici van DGG regelmatig precies op de goede plek waren. Zo ook toen Leonard Bernstein in Amsterdam zijn Vierde symfonie dirigeerde. Je ziet hem, dankzij de film Maestro die net in première is gegaan, ploeteren op die symfonie. Met succes, want de Amsterdamse opnamen van de Eerste, Vierde, Negende symfonie en de liederen uit Des Knaben Wunderhorn behoren nog steeds tot de beste uit de Mahlerdiscografie.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Pianotalent
Ook pianisten zijn belangrijk voor het label. De Italiaan Maurizio Pollini bijvoorbeeld. Hij excelleert in Chopin-opnamen en mocht ook een complete cyclus van Beethoven-sonates uitbrengen. Of Krystian Zimerman die vooral bijzonder repertoire vastlegde, zoals de Preludes van Claude Debussy. Voor Martha Argerich gold ook dat ze één van haar lijfstukken op plaat mocht zetten: het Pianoconcert in G groot van Maurice Ravel met de Berliner Philharmoniker onder Claudio Abbado. Het stuk klonk nooit zo fris en levendig als in die uitvoering.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Dirigent Andris Nelsons en pianist Víkingur Ólafsson zijn de meest recente musici die onder contract staan bij het label. Nelsons mocht in Leipzig een Bruckner-cyclus doen en in Boston een reeks Sjostakovitsj-symfonieën opnemen. Víkingur Ólafsson richtte zich onder meer op de Goldberg Variaties van Johann Sebastian Bach. Het lijken de zoveelste interpretaties van bekende werken. Maar als iets de opnamegeschiedenis kenmerkt, is het wel dat elke uitvoering weer nieuwe inzichten oplevert op stukken die je eigenlijk al lang dacht te kennen.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.