Rusalka's hartstocht naar Hollywood
- Klassiek
- Rusalka's hartstocht naar Hollywood
Een opera met een verhaal dat geïnspireerd is op De kleine Zeemeermin. In de nieuwe productie van Dvořáks Rusalka door de Nationale Opera blijft weinig overeind van deze sprookjeswereld. De regisseurs maakten van Rusalka een eenzame, berooide vrouw uit New York die hoopt op een toekomst in Hollywoord. Met bosnimfen die werkzaam zijn als sekswerkers en een watergeest als pooier. Het is alleen de muziek die herinnert aan het sprookje.
Antonín Dvořák was erg onder de indruk van het libretto van Jaroslav Kvapil. Het verhaal was onder meer geïnspireerd op het sprookje De kleine zeemeermin van Hans Christian Andersen. De componist was vooral gefascineerd door het Slavische karakter en de lyrische mogelijkheden van het verhaal. De componist schreef zijn bekendst geworden opera Rusalka tussen april en november 1900. De première op 31 maart 1901 in het Praagse Nationaal Theater was een groot succes.
Leidmotieven
De opera was in zijn tijd al erg modern. Bijvoorbeeld door het gebruik van leidmotieven, geïnspireerd op Richard Wagner. Hoe zit dat? Dvořák maakte gebruik van melodische motieven die symbool staan voor een bepaald personage. De componist deed dat eerder in andere opera’s, maar nergens zo nadrukkelijk als hier. Ook Claude Debussy maakte er twee jaar later gebruik van in die andere sprookjesopera: Pelléas et Mélisande.
Beklemtoonde lettergreep
Naast het leidmotief is ook een ander element opvallend in de opera. Dat is de Tsjechische taal. Net als Leoš Janáček in zijn opera’s, maakte Dvořák daar dankbaar gebruik van. Meer dan in andere talen, beginnen Tsjechische woorden en zinnen met een beklemtoonde lettergreep en eindigen ze met een onbeklemtoonde. In de opera hoor je dat terug doordat operamelodieën en motieven beginnen met een metrisch beklemtoonde lettergreep, en niet eindigen op een beklemtoonde tel, maar één of twee tellen later. Zo zit de taal verweven in de muziek.
Bijzondere verhaal
En dan is er nog dat bijzondere verhaal. Rusalka is verliefd op een prins, maar die weet niet van haar bestaan. Ze wil hem leren kennen en vraagt de heks Ježibaba haar te helpen en haar gestalte te veranderen. Deze stemt toe, maar in ruil daarvoor zal Rusalka haar stem moeten opofferen. Het resultaat lijkt goed, want de prins ziet haar eindelijk staan en neemt haar mee naar zijn kasteel. Het is de inhoud van het eerste bedrijf en gelijk overvalt je de sfeer van een onmogelijke liefde aan de vijver van een kasteelpark.
Het Lied aan de maan
Hoogtepunt in de opera is ongetwijfeld het Lied aan de maan. Rusalka droomt over een bestaan met de prins en lucht haar hart tegenover de volle maan die over het meer schijnt. Voor zangers is dit het moment in de opera om te schitteren.
Bijvoorbeeld Gabriela Beňačková, hier begeleid door het orkest van de Weense Staatsopera onder leiding van Václav Neumann. Haar prachtige stem overtuigt zeer en verleent de aria extra overtuigingskracht.
Ook Renée Fleming kon er wat van. Zij zingt haar rol haast breekbaar en daardoor hartverwarmend. Zij wordt begeleid door het filharmonisch orkest van Tsjechië onder leiding van Sir Charles Mackerras.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Idyllisch boslandschap
“Je krijgt Hollywood te zien,” zei mezzosopraan Karin Strobos in Podium tegen Hans Haffmans. Zij speelt de rol van koksjongen in de nieuwe productie van de Nationale Opera. “En ook het New York van de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het ziet er spectaculair uit vind ik.”
Hoe dan ook, wie een operavoorstelling verwacht met bosnimfen en een watergeest in een decor van een idyllisch boslandschap zal daar tevergeefs naar zoeken. In het programmablad zegt regisseur Philipp Stölzl daarover: “We wilden in onze regie juist terugkeren naar de echte wereld en daar parallellen vinden. Op wie zou Rusalka verliefd kunnen zijn als ze een echt persoon was? Tot welke verschillende werelden zouden zij en haar geliefde kunnen behoren?”
Bosnimfen als sekswerkers
Volgens mederegisseur Philipp Krenn past bij zo’n moderne invulling ook een andere kijk op de personages. “Rusalka is een eenzame, berooide vrouw in de straten van New York. Zij en de Bosnimfen zijn sekswerkers, en Vodník is hun pooier. Hij is niet alleen een koelbloedige pooier; uit de interactie tussen hem en Rusalka blijkt duidelijk dat zij zijn favoriet is. Het beetje geld dat Rusalka verdient, besteedt ze, behalve aan drugs, aan bioscoopkaartjes.”
Hartstocht
Gezien deze harde wereld betekent het niet dat het aan hartstocht ontbreekt in de productie. “In de bioscoop vindt ze een ontsnapping aan haar dagelijkse realiteit, en ze raakt bezeten door het idee om ook zelf naar Hollywood te gaan," aldus Krenn. Daar is Strobos het mee eens. “Het is een vrouw die verstikt is in haar eigen leven,” zegt ze over Rusalka. “En geen uitweg ziet. Ze verliest zichzelf in een filmster. Ze laat niet haar stem aanpassen, maar wil veranderen in een filmster. Dat ze er net zo glamorous uitziet. Dat ze door de prins, of eigenlijk de filmster gezien wordt.” Krenn gaat verder in op dat doel. "Ze wil niets liever dan een hartstochtelijke, perfecte relatie met de hoofdrolspeler van de films waar ze naar kijkt. Ze verlangt naar haar eigen Hollywood-sprookje.”
De opera wordt gespeeld op 2, 5, 8, 11, 13, 17, 20 en 25 juni in het Muziektheater in Amsterdam. Rusalka wordt gezongen door Johanni van Oostrum, Ježibaba door Raehann Bryce-Davis en Vodník door Maxim Kuzmin-Karavaev. Het Koor van de Nationale Opera zingt en het Koninklijk Concertgebouworkest staat in de orkestbak onder leiding van Joana Mallwitz.
Hans Haffmans sprak in Podium met mezzosopraan Karin Strobos. Zij zong een paar jaar eerder bij de Nationale opera in dat andere Tsjechische meesterstuk Jenufa van Leoš Janáček. In Rusalka zingt zij de rol van koksjongen.