Pianist Jenő Jandó overleden: duizendpoot in de klassieke muziek

Hij leerde pianospelen van zijn moeder voordat hij aan de Liszt-academie les kreeg. Jandós professionele carrière begon toen hij op 18-jarige leeftijd de derde prijs won op het Beethoven Pianoconcours in Wenen. Daarna won hij verschillende pianocompetities. Zo sleepte hij eerste prijzen in de wacht op het Hungarian Piano Concours en in de categorie kamermuziek op de Sydney International Piano Competition.

Enthousiaste platenbaas

Doordat hij veel prijzen won, maakte de pianist snel naam buiten Hongarije. Echt bekend werd hij door de opnames voor het budgetlabel Naxos. Toen er een bandopname van de pianist op de mat viel, was de platenbaas zo enthousiast dat Jandó gelijk alle 32 pianosonates van Ludwig van Beethoven mocht opnemen. Daarmee was hij één van de eerste artiesten uit Oost-Europa die op deze schaal opnames maakte voor een westers label.

Legendarische geheugen

Hij stond bekend om zijn legendarische geheugen. Naar opnamesessies nam hij meestal een partituur mee, maar als hij moest spelen legde hij die aan de kant. De pianist was net als Glen Gould geneigd mee te neuriën met zijn spel. Omdat het niet hoorbaar mocht zijn op de opnames, kreeg de pianist van de producers een niet-brandende sigaret.

Duizendpoot in de klassieke muziek

Jandó was een duizendpoot in de klassieke muziek. Hij nam werken op van Bach tot Bartók. Zijn vrouw was de mezzosopraan Tamara Takács, die hij in veel liederen begeleidde. Vooral de cyclus van complete pianowerken van Joseph Haydn gooide hoge ogen. Ook over de opnames van de pianostukken van Liszt waren recensenten lyrisch.