Achter de schermen: zo gaan dirigenten te werk
- Klassiek
- Achter de schermen: zo gaan dirigenten te werk
We kunnen het zien in het TV-programma Maestro: een orkest leiden doe je niet zomaar. Wat moet je allemaal in je mars hebben om een goede dirigent te worden? "Een deel is talent hebben: je moet goede oren hebben en een goed ontwikkeld gevoel voor stijl en smaak. Een gedeelte kun je aanleren maar een gedeelte moet ook gewoon in je zitten. Én een gedeelte is ook heel hard werken, heel hard studeren", aldus de succesvolle Nederlandse dirigent Otto Tausk.
Volgens Tausk moet je een basistechniek hebben, zodat je het orkest kunt laten zien wat je wilt horen zonder dat je het met woorden hoeft uit te leggen. "Daarbij komt dat je in staat moet zijn een groep te kunnen inspireren. Dat vereist een menselijk inzicht: hoe haal je het beste uit een groep mensen? Én hoe haal je het beste uit een individu?" Tot slot moet je een beetje van monnikenwerk houden, zegt Tausk. "Je moet héél veel partituren bestuderen."
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Het verschil tussen de dirigent en de assistent-dirigent
De dirigent wordt ondersteund door een assistent-dirigent. "Als dirigent sta je op de bok, voor het orkest. Als assistent ben je eigenlijk altijd in de zaal", vertelt dirigent Sander Teepen aan presentator Leonard Evers. "Op de plek van de dirigent is het soms moeilijk inschatten of de balans goed is. Vanuit de zaal is dat veel beter te horen."
Ook de assistent-dirigent moet zich goed voorbereiden. Volgens Teepen moet je je als assistent-dirigent hetzelfde voorbereiden als wanneer je zelf zou dirigeren. "Je moet echt weten wat er staat, je moet het stuk kennen. Anders kun je er niets zinnigs over zeggen."
De partituur wordt een Picasso
Zowel de dirigent als de assistent-dirigent maken aantekeningen op hun partituur. Teepen vertelt dat hij als assistent-dirigent notities maakt van kleine aanwijzingen die hij met de dirigent wil bespreken. "Bij alles wat ik opmerk zet ik een kringetje of schrijf ik erbij wat ik graag zou willen: bijvoorbeeld dat een noot wat korter moet of dat hij te sterk is."
"Wat ik zelf altijd doe, ik periodiseer een beetje, dus ik bekijk welke maten bij elkaar horen", vertelt Tausk. Er ontstaat op die manier een groepering van een aantal maten en die structuur helpt de dirigent. Tausk laat in de bovenstaande video ook zien dat hij verschillende kleuren gebruikt. "Als het rood is moet ik een beetje opschieten en als het blauw is kan ik rustig aan doen. Ik geef ook de verschillende instrumentengroepen een bepaalde kleur. Je zult zien dat na verloop van tijd die partituur er uit gaat zien als een Picasso!"