Tamar Brüggemann: “Ik heb een cd voor als ik een subsidieaanvraag moet schrijven”
- Klassiek
- Tamar Brüggemann: “Ik heb een cd voor als ik een subsidieaanvraag moet schrijven”
Tamar Brüggemann zingt luidkeels mee met Franse barokopera’s, al spreekt ze naar eigen zeggen geen woord Frans. Van polyfonie gaat haar hart sneller kloppen en – raar maar waar – ze vergelijkt een hemelse concertervaring met een hypotheekgesprek. Ze laat zich niet uit het veld slaan door de keuzes die ze krijgt voorgeschoteld, al voegt ze wel slinks een eigen derde antwoord toe om een vraag naar haar hand te zetten.
Iedere week reageert een panellid van Diskotabel op een aantal onmogelijke keuzes, die bieden immers een verhelderend kijkje in iemands wezen. Hoe luisteren de panelleden thuis naar muziek? Staat hun speellijst op shuffle of op repeat? En welke instrumentele bezetting heeft hun voorkeur? Deze week: Wonderfeeldirecteur Tamar Brüggeman.
Wie is Tamar Brüggemann?
Tamar Brüggemann (Gorkum, 1981) begon haar carrière bij de organisatie van het Festival Oude Muziek in Utrecht. Twaalf jaar lang vervulde ze allerlei functies waaronder hoofd van de afdeling productie. Haar liefde voor oude muziek zette ze vervolgens ook in bij ensemble Holland Baroque waar ze als zakelijk directeur haar weg vervolgde. Sinds 2015 is ze een van de twee directeurs van festival Wonderfeel, een jaarlijks hoogtepunt voor veel muziekliefhebbers.
Concertzaal of buitenfestival?
Dat is voor mij wel een heel makkelijke vraag: een buitenfestival natuurlijk! Het gras tussen je tenen voelen, in je eigen tempo van concert naar concert wandelen, tussendoor ergens een biertje kunnen drinken – die ongedwongen sfeer vind je alleen op een buitenfestival. Die vrijheid geeft de doorslag. Tegelijkertijd zijn de regels in een concertzaal soms ook wel lekker, dan kun je echt volledig gefocust luisteren, dat lukt op een buitenfestival dan weer niet.
Blazers of strijkers?
Zangers! Ik hou het meest van zang en vooral van polyfonie. De muziek van Josquin en alles daaromheen vind ik geweldig. William Byrd, noem maar op. Zang heeft ook tekst, maar eigenlijk is dat voor mij niet eens zo belangrijk. Ik zing luidkeels mee met Franse barokopera’s, terwijl ik helemaal geen Frans spreek. Het is net alsof zangers met de klankkleur van hun stem en de prachtige vibrato’s het verhaal begrijpelijk maken zonder dat je per se de tekst hoeft te verstaan. Ja, dat kan eigenlijk ook allemaal met een instrument, maar toch…
Een voorbeeld: ik hoorde een paar maanden geleden de sopraan Katharine Dain zingen tijdens een recital. Op het programma stond Poèmes pour Mi van Olivier Messiaen en dat zong ze zo ongelofelijk mooi. Ken je het gevoel dat tijdens een ingewikkeld hypotheekgesprek ineens het kwartje valt en alles helemaal helder wordt? Dát gevoel dus. Ineens begrijp je het, maar zodra je weer buiten staat kun je het eigenlijk toch niet meer navertellen. Niet dat ik een concert met een hypotheekgesprek wil vergelijken hoor, alsjeblieft niet.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Oude muziek of nieuwe muziek?
Dat is een beetje een gewetensvraag, want nieuwe muziek is inmiddels echt een nieuwe liefde van me geworden. Toch kies ik voor oude muziek. Ik luister heel graag naar muziek uit de 17e eeuw en eerder. Ik heb het met de paplepel ingegoten gekregen en ik voel me er helemaal in thuis. Bij nieuwe muziek kan ik nog veel leren. Dat is ook wel het boeiende eraan, het verrassende, dat ik me er soms zelfs aan erger omdat ik het niet mooi vind of niet begrijp. Maar bij dit dilemma kies ik dan toch voor het comfort van het bekende.
Improvisatie of partituur?
Een van de overeenkomsten die ik hoor in oude en nieuwe muziek is de rol van improvisatie. Misschien is improvisatie niet precies het juiste woord, maar laat ik dan vrijheid zeggen. De vrijheid waarmee musici de partituur een eigen stempel geven, die bevalt me wel. Ik vind het ook erg interessant hoe iemand als Johannes Leertouwer zich verdiept in de historische uitvoeringspraktijk van de muziek van Brahms om zo vanuit een partituur toch weer zijn eigen verhaal te kunnen vertellen.
CD of digitaal?
Ik heb geen grote cd-collectie, dus ik luister voornamelijk digitaal. Het is ook lekker makkelijk, je hebt alle muziek voor de grijp en je kunt je eigen afspeellijsten maken. Ik luister trouwens ook wel naar de radio als ik onderweg ben in de auto.
’s Ochtends of ’s avonds?
’s Ochtends staat de poort nog helemaal open en moet er nog van alles, dus mijn favoriete luistermoment is ’s avonds. De avond heeft een prettige beslotenheid, je hoeft niks meer, alleen nog maar slapen. Ik luister dan graag naar de nieuwste albums en ik wissel muziek uit met Albert, een van mijn beste vrienden en programmeur bij Concertgebouw Brugge. We sturen elkaar stukken en albums waarvan we vinden dat de ander die echt moet horen.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Aandachtig luisteren of muziek tijdens het werk?
Ik heb een cd die ik altijd draai als ik een subsidie-aanvraag moet schrijven, de Franse suites van Bach gespeeld door András Schiff. Aan het eind van het jaar staat die cd stijf bovenaan de lijst met mijn meest gedraaide albums van het jaar in Spotify. Ik krijg gewoon zin om te schrijven als ik die muziek hoor. Op kantoor zet ik in de middag ook wel eens muziek op tijdens het werk, vaak wat lichter. Écht luisteren doe ik vooral bij de nieuwe cd’s die ik ’s avonds op zet.
Vooruit, één open vraag om mee af te sluiten: wat is je favoriete opname van dit moment?
Dat is de cd Mirrors van Jeanine De Bique. Die is zo fantastisch, joh! Eigenlijk heb ik één nummer op repeat staan: Se pietà di me non senti uit de opera Giulio Cesare van Händel. Echt geweldig, luister maar.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Luister iedere zondag tussen 16:30 en 18:00 uur naar Diskotabel.