Ralph van Raat: “Ik wil me kunnen identificeren met muziek”
- Klassiek
- Ralph van Raat: “Ik wil me kunnen identificeren met muziek”
Was Mozart echt wel zo geniaal? Een zomervakantie lang zocht de jonge Ralph van Raat in boeken over harmonieleer naar antwoord op die vraag. Nu, decennia later, is hij een van de belangrijkste voorvechters van modern repertoire.
Diskotabel met Quirine Viersen en Ralph van Raat
Iedere week reageert een panellid van Diskotabel op een aantal onmogelijke keuzes, die bieden immers een verhelderend kijkje in iemands wezen. Hoe luisteren de panelleden thuis naar muziek? Staat hun speellijst op shuffle of op repeat? En welke instrumentele bezetting heeft hun voorkeur? Deze week: pianist Ralph van Raat.
Wie is Ralph van Raat?
Pianist Ralph van Raat speelt recitals en concerten over de hele wereld. Op het programma staat steevast moderne muziek. Hij werkte samen met verschillende toonaangevende componisten van nu van wie een aantal ook werken aan hem opdroeg. Op zijn palmares prijkt een almaar uitdijende collectie cd-opnames en hij heeft allerlei prijzen op zijn naam staan. Naast zijn werk als pianist is Van Raat ook actief als piloot.
CD of digitaal?
In de praktijk luister ik vooral digitaal, want ik ben altijd op zoek naar nieuw repertoire. Met Spotify kan ik lekker grasduinen op zoek naar nieuwe stukken. Ik ben natuurlijk ook veel onderweg, dus dan is het ook gewoon gemakkelijker. Bovendien schotelt het algoritme me zo nu en dan iets onverwachts voor.
Toch luister ik eigenlijk liever cd’s als ik puur voor mijn genot luister. Alleen lukt dat maar weinig. Ik zit maar zelden thuis op de bank. Wel een beetje zonde van de goede speakers die daar staan.
Oude of nieuwe muziek?
Allebei moet je natuurlijk kennen, want nieuwe muziek is op de oude gestoeld, maar voor mij persoonlijk is de keuze wel heel duidelijk: nieuwe muziek.
Het klinkt misschien gek, maar oude muziek moet ik juist meer leren kennen. Om die muziek te waarderen moet je op de hoogte zijn van allerlei stilistische conventies. Het is op zich gemakkelijk om de muziek mooi
te vinden, maar daarmee ken je de muziek nog niet echt als taal. Als je bijvoorbeeld weinig van harmonieleer weet, dan is het moeilijk om te luisteren met de oren van iemand uit die tijd. Je kunt je dan moeilijk voorstellen hoe revolutionair iemand als Beethoven was.
Dat een componist ook op een rationele manier muziek schreef, was een openbaring.
Ik wil me kunnen identificeren met muziek en dat lukt mij makkelijker met muziek uit de 20e en 21e eeuw. Dat is eigenlijk altijd zo geweest. Als 12-jarige kwam ik voor het eerst in aanraking met Arnold Schönberg. Ik was op school druk met wiskunde en dat soort vakken en dat een componist ook op een rationele manier muziek schreef, was een openbaring. Ik snapte er niks van en ik vond het ook niet per se mooie muziek, maar ik raakte toch heel erg geëmotioneerd door. In de gepijnigde klank en de verstilling herkende ik de vertwijfeling die ik zelf als puber voelde.
Daarna ontdekte ik Pianosonate nr.2 van Boulez, een enorm recalcitrant stuk. Maar ik luisterde ook naar muziek van Debussy die bijna klinkt als popmuziek, met weinig muzikale ontwikkeling, korte motieven en meer nadruk op de schoonheid van klank. Of neem vandaag de dag iemand als John Adams, in zijn muziek hoor je het leven van nu, drukke kruispunten, treinen, dat staat dicht bij me.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Pop of jazz?
Je mag het misschien niet zeggen, maar popmuziek is voor mij toch te voorspelbaar. Dat kan jazz ook zijn, maar die kan ook enorm complex uitpakken. Jazz was voor mij bovendien het opstapje naar moderne muziek.
In de muziekcollectie van mijn vader vond ik een sample-cd met allerlei artiesten erop. Een van de stukken op die cd was het nummer Spain van de Chick Corea Akoustic Band. Ineens hoorde ik muziek met allerlei tempoveranderingen en harmoniewisselingen die ik nog nooit gehoord had. En dat met allerlei tegenritmes. Ik was zo onder de indruk van de muziek dat ik met Chick Corea ben gaan corresponderen, een jaar of 11 was ik toen.
Een jaar later leerde ik zijn a-tonale werken kennen en toen wilde ik echt weten hoe het zat. De hele zomervakantie lang heb ik met allerlei boeken over harmonieleer op de camping gezeten. Ik zocht antwoord op twee vragen. Was Mozart echt wel zo geniaal? En wat doet Chick Corea? En in die boeken ontdekte ik Schönberg.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
’s Ochtends of ’s avonds?
In tegenstelling tot veel musici ben ik echt een ochtendmens, dus wat dat betreft heb ik echt het verkeerde beroep gekozen. Ik speel veel liever in de ochtend, helemaal als ik complexe muziek moet instuderen. Hoe ik dat met concerten doe? Van acht uur ’s ochtends tot twaalf uur ’s middags studeren en daarna weer even slapen. Op die manier voelt een concert in de avond aan alsof het toch nog vroeg op de dag is.
Luisteren doe ik dan juist veel liever ’s avonds. Vooral in de auto na afloop van een concert onderweg naar huis. In mijn eentje in de stilte op een donkere snelweg, dat is best een intieme luisterervaring.
Piloot of pianist?
Dan toch pianist, maar dat is niet altijd zo geweest, want van jongs af aan wilde ik piloot worden. Ik had op school om die reden een exact vakkenpakket en ik zat vanaf mijn 14e op zweefvliegen. Ik overwoog ook nooit om naar het conservatorium te gaan, want pianospelen was voor mij net als brood eten: iets wat ik gewoon deed.
Een grote schok kwam tijdens zweefvliegkamp. Tijdens die week was ik constant met zweefvliegen bezig en maakte ik lange dagen. Toen ontdekte ik dat ik de piano miste en dat ik veel liever naar mijn walkman wilde luisteren. Ik voelde me verloren zonder muziek. Twee jaar lang heb ik in dubio gezeten totdat ik uiteindelijk moest kiezen. Het werd de piano, met in het achterhoofd het idee om als het ooit zou kunnen wel te leren vliegen.
Inmiddels heb ik ook beroepspapieren als piloot, maar het is de piano die ik echt niet kan missen.
Handschrift of partituur?
Ik vloek er vaak op, want een handschrift ontcijferen kost veel tijd, maar het is die tijd wel dubbel en dwars waard. Je ziet de stemming en intentie van de componist terug in zijn gekriebel. Ik herinner me bijvoorbeeld dat ik een van de Études van György Ligeti moest instuderen aan de hand van een facsimile uitgave.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Automne à Varsovie is een gecompliceerd werk waarin één muzikale laag gezelschap krijgt van een tweede, en een derde, net zolang tot er zeven lagen door elkaar klinken. Het handschrift van Ligeti is op dat punt al een enorme brij, want hij schreef de noten steeds dichter op elkaar, met ook allerlei pijlen om aan te wijzen welke noten bij elkaar horen. Je ziet zijn excitement daar op papier. Dat vind je niet terug in een netjes uitgegeven partituur.
In de praktijk werk ik vaak onder grote tijdsdruk, dus dan krijgt de partituur van een stuk uiteindelijk toch de voorkeur, maar ik vraag er altijd het handschrift bij.
Heb je tot slot nog een recente ontdekking die je wil delen?
Ja, toevallig ontdekte ik vanochtend een cd van pianiste Aki Takahashi. Ze speelt daarop muziek van The Beatles in bewerkingen van moderne componisten. Een van hen is bijvoorbeeld Toru Takemitsu, van wie ik een grote fan ben. De tranen springen in mijn ogen als ik hoor wat hij met zo’n stuk doet, die paar nootjes die hij toevoegt zonder het origineel geweld aan te doen, die maken het Takemitsu.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Gerelateerde podcast
Diskotabel