Diskotabel
NTR

Guido van Oorschot: ‘Ik was een echte oudemuziekfreak’

foto: Sanne Donders
  1. Klassiekchevron right
  2. Guido van Oorschot: ‘Ik was een echte oudemuziekfreak’

Iedere week reageert een panellid van Diskotabel op een aantal moeilijke keuzes, die bieden immers een verhelderend kijkje in iemands wezen. Hoe luisteren de panelleden thuis naar muziek? Staat hun speellijst op shuffle of op repeat? En welke instrumentele bezetting heeft hun voorkeur? Deze week: muziekjournalist Guido van Oorschot.

Diskotabel

Guido van Oorschot is muziekjournalist. Hij studeerde blokfluit aan de conservatoria van Tilburg en Amsterdam en muziekwetenschap in Utrecht. Jarenlang was hij schrijver, redacteur en uitgever bij het Festival Oude Muziek. Sinds 1998 werkt hij als freelance muziekjournalist voor verschillende kranten, eerst Parool en later de Volkskrant. Hij was hoofdredacteur van muziektijdschriften Klassieke zaken en Luister en hij publiceerde de boeken Moet je horen en Klinkende liefde. Tegenwoordig maakt hij samen met Joris Heynen Klassieke klets, een maandelijkse podcast over klassieke muziek.

CD’s of streamen?

Ik ben helemaal van het streamen, maar ik heb nog kasten vol cd’s. Daar maak ik steeds minder gebruik van, want ik pak ze nu alleen nog voor de cd-boekjes om even iets in op te zoeken. Mijn complete collectie lp’s heb ik jaren geleden al naar de stort gebracht. Tot mijn schande, zeg ik erbij. Aan de andere kant, ik hang gewoon niet zo aan de fysieke schijfjes.

Blokfluit of piano?

Dertig jaar geleden had ik gekozen voor blokfluit. Ik speelde zelf en ik was een echte oudemuziekfreak. Pas toen ik koos voor de muziekjournalistiek veranderde dat. Ik wilde over alles kunnen schrijven, van Gregoriaanse gezangen tot hedendaagse muziek. Vanaf dat moment opende al het andere repertoire zich voor me. De muziek van Mahler, Sjostakovitsj en Messiaen heb ik toen pas allemaal ontdekt.

Blokfluit speel ik sindsdien niet meer en als luisteraar zou ik tegenwoordig voor piano kiezen.

De canon of onbekende stukken?

Kan ik kiezen voor allebei? Laatst zat ik in de auto en hoorde ik een symfonie van Beethoven voorbijkomen, ik geloof dat het een deel uit de Achtste was. Als je die muziek hoort, realiseer je je dat het een topstuk is. Geen wonder dat het in de canon staat.

Tegelijkertijd hou ik er ook erg van om nieuwe composities te ontdekken. Tegenwoordig kan ik onbevreesd alles luisteren en als journalist moet ik er dan vaak ook nog iets van vinden. Dat is iets wat ik gaandeweg heb geleerd. Ik luister ook niet voor mezelf, maar voor de lezer. Die wil weten hoe het klinkt, hoe je naar de muziek kunt luisteren en wat je er dan van kunt vinden

Hoofd of hart?

Dat gaat vaak samen. Neem polyfonie uit de renaissance. Ik vind het geweldig om de verschillende stemmen te volgen. Of wat dacht je van een fuga van Bach? Hoe loopt die? Dat volg je met je hoofd. Tegelijkertijd is dat juist waarom ik die muziek zo mooi vind, dus dan is het weer een zaak van het hart.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Een ander voorbeeld is muziek van Pierre Boulez, die is pas echt cerebraal. Voor veel mensen is het moeilijk om naar te luisteren. Toch werd ik geraakt door een uitvoering van Pli selon pli met onder meer sopraan Barbara Hannigan in de Zaterdag Matinee. De wiskundig aandoende muziek was kristalhelder, maar tegelijkertijd volmaakt sensueel. En toen kon ik ineens mijn hoofd uitschakelen.

Achteraf begreep ik ineens wat Boulez met zijn Franse voorgangers als Rameau en Debussy te maken heeft. Die Franse componisten hebben een bijzonder gevoel voor klankkleur en subtiele ritmiek.

Herkenning of verrassing?

Ook weer allebei. O, nu zet je me onder druk? Dan kies ik voor verrassing. Door mijn werk als journalist heb ik inmiddels zoveel gehoord dat muziek niet zo snel meer verrast. Dat is een uitdaging voor componisten van nu. Hoe kun je publiek nu nog verrassen?

Het zit hem soms ook meer in de uitvoering. Ik herinner me een avond tijdens het Kurtág Festival in het Muziekgebouw aan het IJ waarop pianist Pierre-Laurent Aimard speelde. Hij geldt als een autoriteit als het gaat om Kurtágs muziek, maar hij wist me niet te raken. Hij wist me niet te verleiden. Er ontbrak iets. Na de pauze speelde Tamara Stefanovich. Haar lukte het wél met muziek van dezelfde componist.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

En, een heel ander voorbeeld, het stuk Anthracite Fields van Julia Wolfe. Daarin zit op gegeven moment een ronddraaiend fietswiel met zo’n kleppertje dat ratelt als de spaken erlangs gaan. Daar was ik door ontroerd, want wie heeft dat vroeger niet zelf gedaan om als kind het geluid van een brommer te maken? Dat was, in de keiharde context van kinderarbeid in het stuk, echt een verrassing.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Lange lap of kort werk?

Een schitterend miniatuur van Kurtág kan betoverend zijn, maar een symfonie van Bruckner onder leiding van Harnoncourt ook. Tijdsduur doet er dan niet toe.

Welk opname wil je ons niet onthouden?

Dat ik een vijfsterrenrecensie schrijf is iets uitzonderlijks. Dat is er misschien maar één per jaar. Een paar jaar geleden gaf ik vijf sterren aan de cd Vanitas van bariton Georg Nigl en pianist Olga Pashchenko. Zij speelt geweldig en hij zingt fantastisch op een kamermuziekachtige manier. Een echte voltreffer.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Gerelateerde podcast

Diskotabel

Diskotabel

Ster advertentie
Ster advertentie