Tineke Steenbrink: ‘Met barok kun je een leven lang vooruit’
- Klassiek
- Tineke Steenbrink: ‘Met barok kun je een leven lang vooruit’
Iedere week reageert een panellid van Diskotabel op een aantal moeilijke keuzes, die bieden immers een verhelderend kijkje in iemands wezen. Hoe luisteren de panelleden thuis naar muziek? Staat hun speellijst op shuffle of op repeat? En welke instrumentele bezetting heeft hun voorkeur? Deze week: klavecinist en organist Tineke Steenbrink.
Diskotabel
Organist en klavecinist Tineke Steenbrink is medeoprichter van Holland Baroque. Al sinds haar jeugd is ze verbonden aan het Severijn-orgel van de Sint Martinuskerk in Cuijk. Als docent werkte ze op de conservatoria van Zwolle en Groningen en sinds 2014 geeft ze les aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Steenbrink doet ook graag onderzoek. Ze onderzocht de autograaf van het Stabat Mater van Pergolesi en bestudeert nu het barokke Gregoriaans, zoals dat in de 17e en 18 eeuw klonk in Brabant. Steenbrink studeerde orgel en klavecimbel in Utrecht en Keulen.
Cd’s of een liveconcert?
Ik kies tienduizend keer voor een liveconcert. Er gebeurt iets als mensen op een podium staan te spelen. Er is een wisselwerking met het publiek waarbij een bepaalde energie vrijkomt. Die ervaar ik niet als ik een cd opzet. Dat mysterie is volgens mij nog altijd niet opgelost. Is er wel eens onderzoek naar gedaan? We weten sinds corona in ieder geval dat een dvd’tje opzetten niet hetzelfde effect heeft als live ergens bij zijn.
Samen of alleen luisteren?
Ik luister dus liever samen, en dat hoeft niet eens te zijn met mensen die ik ken. Ik zit graag in het publiek om onderdeel te zijn van een collectief. Ik geloof heel erg in die gezamenlijke ervaring, al kan ik niet precies uitleggen wat er dan gebeurt.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Alleen nog barok, of alles behalve barok?
Pff… Dat is écht een moeilijke vraag. Is het dan zo dat ik me nog wel alle barokmuziek kan herinneren? In dat geval kies ik voor nooit meer barok, maar dan roep ik in mijn hoofd gewoon die muziek op. Ik kan zo urenlang een interne playlist laten afspelen en zo de barok toch behouden.
Als mijn geheugen helemaal zou verdwijnen? Dan kies ik toch voor barok. Het is zo’n breed en rijk repertoire waar je altijd weer iets nieuws in kan vinden, daar kun je een leven lang mee vooruit. Gelukkig maar, anders kon ik binnen nu en tien jaar wel inpakken.
Klavecimbel of orgel?
Het is fantastisch om klavecimbel te spelen in orkest, maar als ik een dag vrij heb, pak ik de sleutels van de kerk en ga ik daar op het orgel spelen. Het orgel is als instrument eigenlijk ook als een heel orkest. Ik kan daar echt mijn hart op uitstorten. In mijn eentje in de kerk zitten spelen is wel een beetje eenzaam natuurlijk. En het kan ook koud zijn. Tijdens het spelen krijg ik gelukkig zoveel terug dat ik de eenzaamheid en kou vergeet.
Origineel of eigen bewerking?
Dat maakt me niks uit. Echt helemaal niks. Het gaat erom dat de muziek die staat genoteerd tot leven komt, en dat gebeurt pas als je die speelt. Muziek van anderen bewerken hoorde er vroeger ook gewoon bij, dat gebeurde heel vaak. Toen ze ooit aan Händel vroegen waarom hij een thema van iemand anders gebruikte in plaats van een eigen thema, was zijn antwoord: “Het materiaal is zo goed, er is nog niet uit gehaald wat erin zit.” En kijk naar de popmuziek: daar zien artiesten het juist als waardering wanneer anderen een nummer van ze coveren.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Een manuscript of een nette print?
Dan kies ik voor het vergeelde papiertje dat ik ooit nog hoop tegen te komen tijdens een onderzoek. Stel je voor dat je in de Oude Kerk in Amsterdam rondloopt op de plekken waar Sweelinck eeuwen geleden ook liep en dan ineens een papiertje aantreft. Verstopt in een kiertje tussen twee stenen, zomaar een briefje van Sweelinck. Dat zou wat zijn!
Door manuscripten te onderzoeken krijg ik een heel andere band met de muziek dan wanneer ik die van een bestaande partituur zou spelen. Manuscripten die ik onderzoek zijn ook een muzikale vorm van in een glazen bol kijken. Niet om daarmee de toekomst te voorspellen, maar juist om terug te kijken.
Welke opname vind je nu helemaal te gek?
Mag ik twee luistertips geven? Podcast De castraten van auteur Daan van Esch. Dat is echt een diepgravende podcast waar je veel van opsteekt. Het zijn lange afleveringen, dus als je veel met de trein reist, zoals ik, kun je mooi in die wereld duiken.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
En als album kies ik voor Larmes de résurrection van La Tempête en de Georges Abdallah. Het ensemble en de Libanese zanger spelen en zingen muziek van Heinrich Schütz en Johann Hermann Schein. Abdallah neemt zijn eigen achtergrond mee in de muziek én hij neemt alle vraagtekens over authentieke uitvoeringspraktijk weg. Dat is de ultieme muzikale ervaring. Als alle vragen wegvallen, dan is het écht goed.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Gerelateerde podcast
Diskotabel