Menno Feenstra: ‘Muziek is een zaak van hoofd en hart’
- Klassiek
- Menno Feenstra: ‘Muziek is een zaak van hoofd en hart’
Iedere week reageert een panellid van Diskotabel op een aantal moeilijke keuzes, die bieden immers een verhelderend kijkje in iemands wezen. Hoe luisteren de panelleden thuis naar muziek? Staat hun speellijst op shuffle of op repeat? En welke instrumentele bezetting heeft hun voorkeur? Deze week: de founding father van Diskotabel, Menno Feenstra.
Wie is Menno Feenstra?
Menno Feenstra bedacht in 1982 het format van Diskotabel en hij presenteerde het twintig jaar lang. Onder zijn leiding kreeg het programma een gezaghebbende status. Na zijn carrière bij de radio werkte hij als casting director voor het Glyndebourne Festival in Engeland en als artistiek directeur van de Koninklijke Opera in Stockholm.
Speciaal voor het 40-jarig jubileum van Diskotabel vroegen we Feenstra voor een dilemma-interview.
Diskotabel - Jubileumuitzending vanuit TivoliVredenburg
CD’s of streamen?
Met Diskotabel waren we een van de eerste programma’s die overstapten op cd’s. Ik had toen overal in huis stapeltjes liggen van cd’s die bij elkaar zouden kunnen passen. Wat ik nu nog in huis heb staan, is een kwart, of misschien nog maar een vijfde, van wat ik ooit als vergelijkingsmateriaal had. Nu gaat bij elke verhuizing weer een aantal de deur uit. Wat ik bewaar zijn de cd’s waar ik een persoonlijke band mee heb. Verder ben ik helemaal om naar het streamen. Er is zoveel keuze, dat komt goed uit voor een nieuwsgierig mens als ik.
Herkenning of verrassing?
Verrassing, hoe dan ook. Ik hou ervan om verrast te worden. Ik herinner me dat ik een liedrecital van Christa Ludwig presenteerde tijdens het Festival van Vlaanderen. Als toegift zong zij Kennst du das Land van Hugo Wolf. Ze ontroerde mij onverwachts zo erg dat mij de tranen ongemerkt over de wangen rolden.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Of het afkondigen daarna nog lukte? Ja natuurlijk! Wat dacht je? Ik had bij de radio al van alles meegemaakt, zelfs dat ze me kietelden tijdens een afkondiging.
Lied of opera?
Dan kies ik zonder twijfel voor Lied. Ik heb mijn werkzame leven aan opera moeten besteden. Dat klinkt negatiever dan ik het bedoel, maar voor mij was het mijn vak. Ik moest tijdens elke operarepetitie en iedere opvoering zeer kritisch en analytisch luisteren en kijken. Onderuit zakken was er niet bij.
Maar dan een Liedrecital. Daarbij kun je de realiteit even helemaal vergeten. In een liedrecital kan de interpretator zich nergens achter verschuilen, geen kostuum, geen decor geen enscenering. Echtheid, daar gaat het om. In feite moet een zanger die het podium betreedt, de moed hebben om naakt de Kalverstaat in te lopen. Ik heb een ongelooflijk respect voor zangers, ze hebben niet eens een instrument als medium. Ze maken geluid met iets dat een geïntegreerd deel van hun lijf en daarmee hun persoonlijkheid is.
Lange lap of kort werk?
Een werk duurt zolang het duurt. Het is als één geheel door de componist bedacht en ik wil dus het liefst geen “stukjes” horen. Of we de factor tijd bij het beluisteren merken, hangt voor een groot deel af van het niveau van de uitvoering. Een werk kan door de ene dirigent eindeloos lijken te duren, terwijl de tijd bij een ander geen factor is.
Ook de herkenning speelt een rol. Hoe vaak heb je een werk al gehoord? Neem bijvoorbeeld de Matthäus-Passion. Voor iemand die voor het eerst die muziek hoort, is er zoveel in te verwerken dat het misschien lang lijkt. Maar als je de muziek kent, vlieg je erdoorheen.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Ik denk ook terug aan mijn tijd bij het Glyndebourne Festival waar Bill Christie Theodora van Händel dirigeerde. Mijn besef van tijd was totaal verdwenen. Dat zijn de grote muziektovenaars van onze tijd.
Het stuk of de uitvoerende?
Muziek, dat zijn alleen wat zwarte noten op papier. Je hebt een interpretator nodig om die noten tot leven te wekken en de persoonlijkheid van diegene klinkt daar altijd in door.
Dat is het mooie aan het Liedgenre. Dat begint met een componist die een gedicht interpreteert door het op muziek te zetten. De zanger moet dat vervolgens weer interpreteren. En dan is er ook nog het publiek dat ook een wezenlijk deel aan de beleving toevoegt, net als de rest van de unieke omstandigheden bij de uitvoering. Daarom geef ik aan live-uitvoeringen te allen tijde de voorkeur.
Hoofd of hart?
Muziek is een zaak van allebei, dat kan niet anders. Een interpretator kan niet afgaan op begrip alleen. Iemand kan de muziek alleen echt begrijpen door zijn wezen, zijn emoties, zijn gevoelswereld. Dát leidt tot de interpretatie.
Welk opname wil je ons niet onthouden?
Op het ogenblik luister ik graag naar de Zevende symfonie van Bruckner. Nu ik met pensioen ben, neem ik gerust twee hele dagen de tijd om zo’n symfonie in verschillende uitvoeringen te beluisteren. De opname die er voor mij uitspringt is die van het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Bernard Haitink. In die uitvoering hoor je het wezen van Haitink, de kern van die grote dirigent.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.