Dansen op klassieke muziek
- Klassiek
- Dansen op klassieke muziek
Als het aan sopraan Jeanine De Bique ligt, is alle muziek dansbaar. “Het hangt er gewoon vanaf wie je bent.” Met Holland Baroque tourt ze door Nederland met een programma waarin ze zowel calypso als barokmuziek spelen. Allemaal dansbaar dus, als je het aan De Bique vraagt. Maar wie danst er tegenwoordig nog op een baroksuite? En wie stampt er tijdens het uitgaan op de onregelmatige ritmes in Stravinsky’s Le sacre du printemps? We werpen een blik in de klassieke dansmuziek.
Baroksuites
Ten tijde van de barok danste men er lustig op los aan de verschillende Europese hoven en andere pleisterplaatsen van de adel. Van bescheiden soirées tot extravagante bals, dansen hoorde erbij. En dat deed men met verschillende dansvormen die hun eigen muzikale vorm hadden. De verschillende stukken werden vaak gebundeld in suites.
Componist Johan Jakob Froberger ontwikkelde de standaard danssuite. Daarin zaten een allemande, courante, sarabande en gigue. De dansen hadden ieder hun eigen stijl die paste bij vier landen. De allemande was Duits en rustig van karakter. De courante was Frans en in een pittige driekwarts. De langzame sarabande was Spaans. En de gigue was weer vlot, een typisch Engelse jig.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Naarmate het genre zich ontwikkelde, voegden componisten nog wel eens een extra deeltje toe, zoals een menuet, een bourree of een gavotte. En nog later kregen suites soms ook nog een ouverture. Bekende componisten van baroksuites zijn Johann Sebastian Bach en George Friedrich Händel. De suite kreeg in latere tijden een opleving dankzij componisten als Maurice Ravel, Claude Debussy en Edvard Grieg – al schreven die ze vooral om naar te luisteren.
En om te luisteren blijven ook de echte baroksuites onverminderd populair. Samen met Holland Baroque combineert Jeanine De Bique muziek uit de barok met calypso, uiterst dansbare muziek van Trinidad en Tobago. In gesprek met het Avondconcert reflecteert De Bique op wat muziek nou precies dansbaar maakt.
Jeanine De Bique over dansbare muziek
Video niet beschikbaar
Walsen en polka's
Wie op nieuwjaarsdag enigszins op tijd uit de veren is, kan tijdens het ontbijt (of laten we het brunch noemen) kijken naar het Nieuwjaarsconcert. Daarin walsen de Wiener Philharmoniker en de dansers van het Weens Staatsballet wat af op de muziek van Johann Strauss en zijn tijdgenoten. De wals tel je in drie, al kun je hem ook wel in twee groepjes van drie tellen voelen. En in het Nieuwjaarsconcert komt ook de polka vaak voorbij, een dans in tweekwartsmaat van Boheemse origine.
Ballet
En natuurlijk zijn de beroemde balletten zoals het Zwanenmeer van Tsjaikovski en Romeo en Julia van Prokofjev bij uitstek dansbare muziek. Het verschil zit hem wel in wie er danst. Naast de uitvoerende musici verschijnen hier immers ook professionele dansers ten tonele. De luisteraar zit bij ballet doorgaans rustig in een comfortabele stoel om de onmogelijke danspassen van de ballerina’s te aanschouwen. Dat kan met herkenbare dansen, zoals de grootse walsen in de muziek van Tsjaikovski, maar ook met de onnavolgbare ritmes en choreografieën uit Le sacre du printemps van Igor Stravinsky en choreograaf Vaslav Nijinsky.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.