Pieter Hellendaal - Six Grand Concertos Op. 3
- Klassiek
- Pieter Hellendaal - Six Grand Concertos Op. 3
Het toonaangevende ensemble La Sfera Armoniosa met leider Mike Fentross brengt een smaakvol album uit met muziek van de belangrijkste Nederlandse late barokcomponist Pieter Hellendaal.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Beluister het album via
Spotify Deezer Apple Music Qobuz
Pieter Hellendaal
La Sfera Armoniosa / Mike Fentross / Lidewij van der Voort
CD: Hellendaal - Six Grand Concertos Op. 3
Challenge Classics CC 72911
foto: Challenge Classics
Uitgaande van de stijl van Georg Friedrich Händel ontwikkelde Pieter Hellendaal een geheel eigen benadering van de Concerto’s voor strijkorkest. Met de opname in de Sint-Laurenskerk in Rotterdam bezorgen Mike Fentross en zijn ensemble de luisteraar een levendige en gepassioneerde live concertervaring.
In de achttiende eeuw was Londen al een van de grote metropolen van Europa en ook een muzikaal centrum van de eerste orde. Het muziekleven in de stad steunde op een brede klasse van welgestelde amateurs, die in hun liefhebberij werden begeleid door talloze beroepsmusici. Het concertleven kwam hier in de zeventiende eeuw op gang met muziek in openbare gelegenheden, toegankelijk tegen betaling. Geen wonder dat de stad een grote aantrekkingskracht uitoefende op musici uit andere landen, Duitsland en Italië voorop. De Duitse componist Georg Friedrich Händel was een van de muzikanten die naar Engeland vertrok en al snel een publiekslieveling werd. Maar ook Nederlandse musici vestigden zich in Engeland. Zoals Willem de Fesch, die zich kort na 1730 in London vestigde. Twintig jaar gevolgd door Pieter Hellendaal.
In de programma’s van Engelse concerten in het achttiende-eeuwse Londense muziekleven keren de namen van Corelli, Händel en Geminiani steeds terug. Kennelijk waren de werken voor strijkersensembles van deze componisten, welluidend en niet te moeilijk om uit te voeren, bij uitstek geschikt voor het Engelse publiek, zowel thuis als op het concertpodium. Geen wonder dus dat Engelse of in Engeland woonachtige componisten zich lieten inspireren door het werk van de ‘grote drie’ en daarmee hun succesformule voortzetten, zoals ook Pieter Hellendaal deed.
De Six Grand Concertos die hij in 1758 schreef zijn Hellendaals enige bekende werken voor ‘orkest’, waaronder een ensemble van vier tot maximaal zo’n twintig strijkers, violisten, altisten en cellisten, met een klavecinist voor de continuopartij, verstaan wordt. In Hellendaals Grand Concertos zijn er vier solisten, twee violisten, een altist en een cellist, die samen het concertino vormen. Dan zijn er nog vier corresponderende partijen die enkel- of meervoudig bezet kunnen worden en die het concerto grosso vormen. Meestal spelen concertino en concerto grosso samen, maar van tijd tot tijd treden de concertino instrumenten alleen op, wat een welkome afwisseling betekent in het verloop van de compositie.
Het basisidee van het Italiaans-Engelse concerto grosso is een opbouw met vier delen. Het eerste deel is een langzame inleiding, gebaseerd op de zogenaamde Franse ouverture, een erfenis van de zeventiende-eeuwse Franse componist Jean-Baptiste Lully. Op die ouverture volgt dan een fuga, waarin de verschillende stemmen één voor één inzetten met het thema van het deel. Dan volgt een langzaam deel, vaak in een andere toonsoort dan de voorgaande delen en meestal met een gevoelig karakter. Tenslotte is er de finale, doorgaans een vrolijk muziekstuk zonder al te veel complicaties, soms met een vorm die van de dans is afgeleid, zoals een menuet.
Hellendaal’s Concertos I en II voldoen keurig aan de traditionele opzet en er klinken ook talrijke echo’s van Corelli, Händel en Geminiani in door. Beide concerto’s worden besloten door een extra deel, achtereenvolgens een Menuet en een Bourrée (Borea). Dat Hellendaal een componist van een latere generatie dan Händel en Geminiani is, blijkt duidelijk uit de andere concerto’s. Daarin zit een grote variatie aan maatsoort en schrijfwijze en daardoor ook aan karakter. De verschillende delen volgen niet meer slaafs het traditionele model en soms valt een deel uiteen in secties met contrasterende karakters. Maar traditionele elementen keren regelmatig terug. Wel verstandig in een land waar alles wat er muzikaal gebeurde werd afgemeten aan het oeuvre van Händel.
Concerto III wordt afgesloten door een March, Concerto IV voegt aan de vier standaarddelen een Pastorale toe, met zijn 6/8-maat en lang aangehouden basnoten op Italiaanse voorbeelden gebaseerd. Concerto V begint met een inleidend deel dat zo lang doorgaat dat het een groter gewicht krijgt dan alleen maar een inleiding. De fuga die volgt is even breed uitgemeten en dat geldt ook voor het originele Larghetto dat volgt. Als afsluiting is er weer een fuga, maar met een speelser karakter dan de eerste. En tot slot weer een March. Ook in Concerto VI voegt Hellendaal aan de vier delen die eerst de standaardformule volgen iets extra’s toe: dit keer een Menuet. Pieter Hellendaal heeft zeker het werk van zijn drie illustere voorgangers Corelli, Händel en Geminiani als uitgangspunt genomen, maar heeft daaraan een geheel eigen interpretatie toegevoegd. Het resultaat: een serie van zes meesterwerken.
La Sfera Armoniosa is een barokensemble zonder vaste bezetting. In de kern zitten oprichters Mike Fentross en Paulina van Laarhoven. Het ensemble is gespecialiseerd in het uitvoeren van 17e en 18e eeuwse muziek en stelt op maat gemaakte programma’s samen aan de hand van de gewenste bezettingen. Doordat La Sfera Armoniosa niet vast zit aan één vorm, hebben ze al verschillende bijzondere programma’s gemaakt in samenwerking met topmusici van over de hele wereld. La Sfera Armoniosa zoekt vaak juist naar het experiment door bijvoorbeeld samen te werken met musici uit andere vakgebieden.
Bron: Challange Records
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.