De basis: algemene muziektermen
- Klassiek
- De basis: algemene muziektermen
Er zijn veel muzikale termen die we te pas en onpas gebruiken, maar wat betekenen ze nu eigenlijk?
We helpen je vast een handje op weg, hierbij de meest gebruikte begrippen:
Majeur – bepaalde opeenvolging van hele en halve tonen die ervoor zorgt dat de muziek vrolijk van aard is.
Mineur – bepaalde opeenvolging van hele en halve tonen die ervoor zorgt dat de muziek droevig van aard is.
Beethoven schreef zijn 5e symfonie in C mineur. Luister om het verschil te horen eens naar hoe deze symfonie in Majeur zou hebben geklonken:
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Even kwijt hoe deze symfonie zou moeten klinken? Dit is de 'goede' versie, in C mineur:
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Toonladder – rij tonen die in relatie staan tot een bepaalde grondtoon.
Toelichting:
Soms wordt er achter een werk vermeld dat het bijvoorbeeld in G majeur staat. Dit betekent dat de grondtoon G is en dat de muziek vrolijk van aard is.
Majeur en mineur wordt op verscheidene manieren aangeduid, bijvoorbeeld als ‘grote terts’ (gr.t.) en kleine terts (kl.t.). Of soms zelfs kortweg als ‘groot’ of ‘klein’.
Het kan zijn dat er niet over groot/klein of majeur/mineur gerept wordt. Aan de notatie kan dan toch vaak afgelezen worden wat de aard van het werk is. Een werk in dat in A majeur staat zal met een hoofdletter A worden aangeduid. Een werk in a mineur met een kleine letter.
Opus - Latijns woord dat werk betekent. De werken van sommige componisten worden vaak Opus # (afgekort op. #) genoemd, waarbij # een nummer is. De toegekende nummers volgen over het algemeen de chronologische volgorde van compositie of die van publicatie.
Veel voorkomende referenties die bij een specifieke componist horen zijn bijvoorbeeld:
KV = Köchelverzeichnis - nummering van het oeuvre van Mozart, gemaakt door Ludwig Ritter von Köchel
BWV = Bach-Werke-Verzeichnis - nummering van het werk van Johann Sebastian Bach
D = nummering van het werk van Schubert, gemaakt door Otto Erich Deutsch
Hob = nummering van het werk van Joseph Haydn, gemaakt door Anthony van Hoboken, een Nederlandse musicoloog die het werk van Haydn catalogiseerde.
Tempo aanduidingen
De snelheid waarmee de noten van een muziekstuk moeten worden uitgevoerd. Sinds 1600 is als uitgangspunt gekozen de hartslag van een normaal mens (ongeveer 80 slagen per minuut, dit is het basistempo 'Andante').
Largo – zeer langzaam
Adagio - langzaam
Andante - rustig
Allegro - snel
Presto – zeer snel
