Onaardse schoonheid
- Fragmenten
- Onaardse schoonheid
Natuurlijk: de muziekgeschiedenis kent fameuze voorbeelden van langzame muziek. Treurmarsen, elegieën, Mahler stervend in Venetië (dat zat niet letterlijk zo hè), het Canon van Pachelbel in alle gestalten, en zonder twijfel een paar van die ongelooflijke vondsten van Franz Schubert, zijn liederen, zijn kamermuziek, en als een kroon op al dat moois: het langzame deel uit zijn Strijkkwintet in C-groot, D.956. Een Adagio zoals er maar één kan zijn, lijkt het wel. En zó onaards mooi, zó de klankgeworden vergeestelijktheid, dat de uitstekend gesorteerde Centrale Discotheek Rotterdam meer dan honderd (!) opnamen van het kwintet in de catalogus heeft staan. Zijn er strijkers in de wereld die dit nog níet hebben gespeeld? En de een nog langzamer dan de andere. Het doorleefde Melos met Rostropovitsj, dit tot de zéér trage interpretaties behoort. Of de prachtig transparante versie van het Kuijken Quartet met Michel Boulanger, die minuten eerder aan de slotnoten komen. Ach, er zijn er zoveel, en ze zijn allemaal bijna even mooi. Want het is geen omgekeerd wedstrijdje natuurlijk. Het is helemaal geen wedstrijd. Het is de klankgeworden berusting dat winnen of verliezen er uiteindelijk helemaal niet toe doet. Onaards. \