De dromenvanger, nr. 189: "Grot"

Aan het plafond in een donkere grot, in een soort harnas van leer met riemen aan een rail hangend, kon ik mij vrij behendig als een soort salamander bewegen. Het licht kwam door een gat rechts in de rotswand binnen. Beneden, in de diepte, leek zwart water met wat glimmends te stromen. Daar moest ik niet in vallen want het gat mij ’t gevoel van gevaar en verdriet. Iedere keer als ik langs ’t gat railde werd ik nieuwsgierig naar wat daar buiten kon zijn.