Het gesprek - Róman Kienjet
- Fragmenten
- Het gesprek - Róman Kienjet
Annemieke Bosman in gesprek met Róman Kienjet, fotohistoricus.
Deze zomer is in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam de tentoonstelling 'Snelfotografie - de rage van 1912 tot 1925' te zien.
Fotografie bestond aan het begin van de 20e eeuw al 75 jaar, maar jezelf laten portretteren, was lang niet voor iedereen betaalbaar. Rond 1912 kwam daar met de komst van de ‘snelfotografie’ verandering in. Snelfotografie, ook wel American Automatic Photo, Druk-op-de-knop en Tip-Top genoemd, was portretfotografie, waarbij het hele proces van binnenkomst tot afgifte van de foto volledig was gestandaardiseerd. De fotostudio’s, die ‘als paddestoelen na zoele regenachtige dagen [ver]rezen in de drukke straten onzer steden’, trokken een dwarsdoorsnede van Nederlandse bevolking. En zo snel als ze opkwamen, waren ze – door de opkomst van het pasfotohokje – ook weer verdwenen.
Róman Kienjet en fotograaf Dirk Kome doken in het fenomeen 'Snelfotografie' en maakte de tentoonstelling voor het Nederlands Fotomuseum. Foto's vonden ze voornamelijk bij particulieren verstopt in oude albums en schoenendozen die op zolder lagen te verstoffen. Uit deze vondsten hebben zij een selectie gemaakt van zo’n 200 foto’s verspreid over de 11 provincies, die ons land toe nog telde. Al zijn deze foto’s ruim honderd jaar geleden gemaakt en is er in die tijd veel veranderd, is er ook nog veel hetzelfde gebleven; de roep om gelijkheid, een oorlog met zijn vele vluchtelingen, een pandemie. Ook veel van wat wij nu als vanzelfsprekend ervaren – pasfoto’s, selfie’s, flitslicht – komt voort uit de snelfotografie.