Johan van de Gronden
- Fragmenten
- Johan van de Gronden
‘Een volle agenda kan een mens tot wanhoop drijven, maar een lege kan voor de scheppingsdrift funest zijn’, schrijft filosoof Johan van de Gronden in zijn onlangs verschenen essaybundel Het vlindertje van Methusalem. In dat boek schrijft hij met een lichte weemoed en verwondering over natuur, landschap en onze plek daarin.
Johan van de Gronden wordt in 1963 geboren in Almelo als dertiende kind van een predikant. Hij groeit op in Nunspeet en gaat naar de middelbare school in Harderwijk. Daarna studeert hij filosofie in Leiden. Zijn aansluitende loopbaan - zegt hij - valt niet te plaatsen ‘in een afgepast hokje’. Van de Gronden begint bij een milieuadviesbureau. Vervolgens is hij diplomaat bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties. Van de Gronden werkt ook nog als organisatieadviseur en baas van een internationale handelsfirma.
Behalve in Nederland woont hij in Suriname, Zuid-Afrika en Denemarken. Van de Gronden is van 2006 tot 2016 algemeen directeur van het Wereld Natuur Fonds. Als bestuurder bekleedt hij momenteel veel functies, de belangrijkste is ongetwijfeld het directeurschap van KWF kankerbestrijding, maar hij is ook voorzitter van het Festival Oude Muziek in Utrecht.
Over een lege agenda heeft Van de Gronden dus niet te klagen. En hij vindt ook nog tijd om zijn indrukken en gedachten een plek te geven in essays en boeken. Zoals dirigent Leonard Bernstein eens zei: ‘Om iets tot stand te brengen, heb je twee dingen nodig: een plan en net te weinig tijd.’